
Gebruikers van het Oosterpark in Amsterdam eisen strafvervolging van het Amsterdamse stadsbestuur wegens ‘opzettelijke benadeling van de gezondheid’. De bodem van het Oosterpark is ernstig vervuild met lood, een giftige stof die met name jonge kinderen die spelen in het park, kan schaden in de ontwikkeling van hun hersenen. Dit is al heel lang bekend, maar de gemeente weigert de grond te saneren, of zelfs maar waarschuwingsborden te plaatsen.
De Stichting Herstel Oosterpark (SHO) maant de gemeente al jaren om actie te ondernemen, tot dusver vergeefs. Verder ving de stichting bot in een kort geding, in hoger beroep van die uitspraak bij het gerechtshof, bij de bestuursrechter, in hoger beroep daarvan bij de Raad van State, en bij twee eerdere strafklachten, in 2020 en 2023 ingediend bij de politie. Daarom ziet SHO geen andere uitweg meer dan opnieuw aangifte te doen van strafbare nalatigheid door de gemeente, aangevuld met de resultaten van nieuwe onderzoeken naar de bodemvervuiling in het Oosterpark.
De aangifte van SHO zet de schijnwerpers op een dossier dat nog niet voldoende aandacht krijgt: de staat van het Amsterdamse stadsgroen. Amsterdam is beroemd geworden om zijn zorgvuldig geplande uitbreidingen vóór en na de Tweede Wereldoorlog. Bomen, parken en plantsoenen vormden vanzelfsprekende onderdelen van die nieuwe wijken. Dat is niet langer zo, zoals eenieder voor zichzelf kan constateren als hij rondloopt door Noord, waar Amsterdam momenteel honderden nieuwe woningen laat verrijzen.
Het Oosterpark bewijst dat zelfs bestaand stadsgroen zijn leven niet langer zeker is. Tijdens een gemeentelijke operatie ‘verdubbeling Oosterpark’ in 2014 en 2015, bedoeld als een grondige renovatie en uitbreiding, ging er van alles mis. De afwatering werd niet beter, maar slechter, waardoor in regenachtige periodes overal in het park grote plassen ontstaan. Zware bouwvoertuigen reden kriskras over boomwortels, waardoor veel bomen overleden. Ook heeft het er alle schijn van dat ‘verdubbeling Oosterpark’ onbedoeld het risico op loodbesmetting heeft verhoogd. SHO schreef er een zwartboek over, dat de stichting in 2019 aanbood aan burgemeester Halsema, haar wethouders, de Ombudsman Amsterdam en de Rekenkamer Metropool Amsterdam.
Het Oosterpark was het eerste Amsterdamse stadspark dat door de gemeente werd aangelegd, in 1892, naar een ontwerp van de landschapsarchitect Leonard Springer. Het Vondelpark, dat in 1865 openging, was een initiatief van vermogende particulieren. Volgens het zwartboek telde het Oosterpark bij de opening vijftienhonderd loofbomen en driehonderd naaldbomen. ‘Anno 2019 zijn dat er nog geen negenhonderd, 50 procent minder. Veel bomen en struiken zijn gekapt of gestorven na het gebruik van foute grond, na de “renovatie” van het park.’ Van die negenhonderd overlevers zijn veel exemplaren er slecht aan toe; ook dat is goed te zien voor wie een rondje door het park loopt.
De eerdere rechters die zich bogen over het loodrisico, kwamen tot hun voor SHO ongunstige oordelen omdat zij zich aansloten bij de normen die de gemeente Amsterdam hanteert voor de maximaal aanvaardbare loodgehalten in de grond van het Oosterpark. In de periode 2014-2019 is de grond van het Oosterpark minstens vijf keer onderzocht – door Alliander en VolkerWessels, vanwege werk aan ondergrondse leidingen, en door Stadsdeel Oost.
‘Op grond van de (vele) beschikbare onderzoeken is de conclusie dat de toplaag van eengroot deel van de bodem van het Oosterpark schoon is en een loodgehalte heeft dat ligt op het niveau van de streefwaarde van 100 milligram per kilo grond’, zo concludeerde de kort-gedingrechter uit deze onderzoeken in zijn vonnis van 14 juni 2024. ‘De openbare speelplekken van kinderen zijn alle drie schoon.’ In hoger beroep sloot het Hof Amsterdam zich bij dit vonnis aan, omdat de gemeente Amsterdam ‘naar haar zeggen voldoet’ aan de maximale grenzen die zij zelf heeft gesteld aan de bodemvervuiling door lood.
Steun ons!

Bomen op NDSM-Oost die ooit door de kunstenaars aldaar zijn geplant
Toch doet SHO opnieuw aangifte, omdat de gemeentelijke normen strijden met de nieuwste inzichten over de gevaren die lood opleveren voor de gebruikers van het Oosterpark, met name voor jonge kinderen. ‘Heel Amsterdam zit onder het lood’, vertelt Jacob de Boer, een van de adviseurs van SHO. ‘Dat heeft historische oorzaken. Ruim een eeuw lang wemelde het in die stad van kleine en grote industrie die lood verwerkte. Loodwit was de populairste witte verf vanwege de heldere kleur, en kranten, boeken en tijdschriften werden gedrukt met loodzetsel.’
De Boer stond SHO bij als hoogleraar Milieuchemie en Toxicologie. Hij is inmiddels met emeritaat, maar nog altijd een van dé experts wereldwijd op het gebied van omgevingsvervuiling, en wat daaraan te doen. Zo werkte hij vijf jaar lang (2013-2018) als National Expert for China voor de Chinese overheid. Hij is ook betrokken bij het onderzoek naar de omgevingsvervuiling door de hoogovens van Tata Steel in IJmuiden.
Alle met lood vervuilde grond in Amsterdam definitief saneren is ondoenlijk, legt De Boer uit. ‘Dat betekent: afgraven tot minstens een meter diep, afvoeren naar een plek waar de grond gereinigd kan worden, en dan weer terugbrengen en herplaatsen. Voor heel het Oosterpark zou dat tientallen miljoenen euro’s kosten.’ Maar niets doen is evenmin een optie. ‘Bij jonge kinderen zijn de hersenen nog volop in ontwikkeling. Die wordt geschaad door fysiek contact met grond die met lood is vervuild. Onderzoeken wereldwijd hebben dat allang overtuigend aangetoond.’
Door langdurige blootstelling aan lood kan het IQ van een kind met meer dan vijf punten dalen, aldus de wetenschappelijke consensus. Dat is pas zichtbaar en meetbaar wanneer een kind volgroeid is, en dan is het te laat om er nog iets aan te doen. Lood kunnen wij binnenkrijgen door inademing van vervuilde lucht, zoals rond Tata Steel, door vervuild voedsel te eten, bijvoorbeeld uit moestuinen op vervuilde grond, en door fysiek contact met zulke grond. Hoe volgroeider en zwaarder wij zijn, hoe meer lood wij moeten binnenkrijgen om daarvan significante schade te ondervinden aan onze gezondheid.
Kinderen veilig buiten laten spelen is een van de belangrijkste functies van stadsparken. Het Oosterpark in Amsterdam omvat kinderspeelplaatsen, zandbakken en een pierenbadje. Ook elders in het park verstoppen kinderen zich in de bosjes, rollebollen door het gras en graven met hun handen in de grond. Daarbij lopen zij hoge risico’s op loodvergiftiging, zo blijkt uit diverse metingen door de jaren heen.
Zeker wanneer die worden getoetst aan de laatste inzichten. Na jaren van gemeentelijk negeren dan wel tegenstribbelen liet SHO zelf een bodemonderzoek doen, door het bureau IDDS. In alle eerder uitgevoerde onderzoeken, aldus IDDS, ‘wordt geconcludeerd, dan wel het vermoeden uitgesproken, dat ten aanzien van zware metalen in de bodem sprake is van ernstige bodemverontreiniging’. Desondanks heeft de gemeente ‘de ernst van de verontreinigingen en de risico’s voor mens, plant en dier als gevolg van de bodemverontreinigingen (…) vooralsnog niet formeel beschouwd’. Met andere woorden: de gemeente heeft nooit expliciet gesteld hoe zij deze risico’s het hoofd denkt te bieden.
Bovendien heeft het er alle schijn van dat de gemeente de toch al hoge loodrisico’s in het Oosterpark onbedoeld zelf heeft verergerd. De noordkant van het Oosterpark, langs de Mauritskade, is altijd bebouwd geweest – vandaag de dag door onder meer Hotel Arena, het Metis Montessori Lyceum en het Koninklijk Instituut voor de Tropen. Meer dan een eeuw bleven deze gebouwen en hun terreinen van het park afgescheiden door hekken en verhogingen.
‘Verdubbeling Oosterpark’ nam die barrières weg, en bracht het park tot aan en tussen de gebouwen. Tevens werden nieuwe voorzieningen aangebracht zoals het pierenbadje. Om de afwatering te verbeteren werden op diverse plaatsen in het park drainagesleuven gegraven.

Het plantsoen voor het HEMA-gebouw
Voor al deze werken moest een aanzienlijke hoeveelheid grond worden afgegraven, waarna het park werd opgehoogd. Het lijkt erop dat de gemeente veel van die grond verkeerd heeft behandeld, aldus SHO in haar aangifte. ‘SHO heeft het ernstige vermoeden (in feite: zekerheid) dat de afgegraven ernstig met lood verontreinigde onderlaag is gezeefd en vervolgens zonder te saneren is vermengd met de afgegraven bovenlaag. Vervolgens zou deze grond uitgespreid zijn als toplaag, waardoor de ernstig verontreinigde grond nu op maainiveau aanwezig is.’
Van alle afgravingen hadden wettelijk vereiste ‘evaluatieverslagen’ gemaakt moeten zijn. IDDS vroeg ze op, maar ze bleken onvindbaar, op het evaluatieverslag van VolkerWessels Telecom na. ‘Zonder evaluatieverslagen kan niet worden beoordeeld of deze saneringen correct zijn uitgevoerd’, aldus IDDS in haar eindrapport voor SHO.
Verkeerde grondbehandeling zou kunnen verklaren waarom IDDS veel hogere loodwaarden mat dan eerdere bodemonderzoekers. Uit de grondmonsters die IDDS nam, op 25 verschillende plekken in het park tot op één meter diepte, blijkt dat de bodem van het Oosterpark gemiddeld 190 milligram lood per kilo grond bevat – bijna twee keer zoveel als het gemiddelde van 100 milligram uit de eerdere metingen, waarop de bestuurs- en kort-gedingrechters zich verlieten. Op basis van die 190 milligram maakte Jacob de Boer vervolgens een schatting voor de SHO.
Als een kind dat in het Oosterpark speelt, op één dag 100 milligram grond door de vingers laat gaan – voor alle duidelijkheid: dat is ééntiende gram – , krijgt het 19 microgram lood binnen. Dat is bijna dertien keer zoveel als het maximum dat de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) toelaatbaar acht: 0,05 microgram per kilo lichaamsgewicht per dag. Voor een kind van dertig kilo is de maximale inname derhalve 1,5 microgram per dag.
Zelfs die 1,5 microgram kan nog te hoog zijn. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelde al in 2015, op grond van eigen onderzoek, dat nul inname van lood eigenlijk de enige veilige is, omdat de gezondheidsrisico’s niet zijn te overzien, in ieder geval niet voor jonge kinderen. Dit is inmiddels ook het officiële standpunt van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
Maar in de Nota Bodembeheer uit 2022, nog altijd van kracht, hanteert de gemeente Amsterdam een toelaatbaar maximum van 370 milligram lood per kilo grond voor ‘plaatsen waar kinderen spelen’. Dat is bijna twee keer het gemiddelde dat IDDS mat in het Oosterpark, en dat volgens Jacob de Boer al leidt tot veel te hoge risico’s voor kinderen. De GGD Amsterdam, waakhond over de volksgezondheid in de hoofdstad, heeft zich bij de grens van 370 milligram aangesloten, ofschoon de landelijke GGD al bij 100 tot 390 milligram uitgaat van een verlies van ‘1 tot 3 IQ-punten’ voor kinderen.
Twee IDDS-grondmonsters, genomen ‘vlakbij de speeltuinen en het pierenbad’, bevatten ‘meer dan 390 milligram’ lood per kilo, aldus de SHO-aangifte. Bij zo’n hoog gehalte acht de gemeente sanering van de grond ‘verplicht’ dan wel ‘dringend gewenst’.
Uiteindelijk liet de gemeente, overigens zonder SHO in te lichten, in augustus 2023 zelf de bodem van het Oosterpark onderzoeken, door bureau RSK. Op 240 locaties in het park nam RSK meerdere grondmonsters. Op 226 van die 240 locaties mat RSK loodwaarden die spelende kinderen, volgens de schatting van Jacob de Boer, besmet met meer dan het Europese maximum van 1,5 microgram lood per dag.
Meestal met veel meer: op 105 locaties mat RSK waarden van 100 of meer milligram lood per kilo grond. Toch concludeerde RSK dat heel het Oosterpark veilig is voor jonge en oudere gebruikers, en dat verdere maatregelen niet nodig zijn, wederom omdat bijna alle RSK-metingen onder de gemeentelijke norm bleven van maximaal 370 milligram per kilo grond. Op één locatie na, waar RSK 502 milligram lood per kilo vond.
Zelfs die ene plek blijft nog ver onder de gemeentelijke norm voor ‘groen met natuurwaarden’: maximaal 800 milligram lood per kilo grond. De Boer begrijpt heel goed dat de gemeente Amsterdam worstelt met de enorme gevolgen van de hoge loodvervuiling in haar bodem. Maar marchanderen met loodgehalten kan nooit de oplossing zijn. ‘Uit het oogpunt van de volksgezondheid slaat zo’n norm van 800 milligram echt helemaal nergens op. Wat wél al heel erg kan helpen, zijn simpele dingen als bewustmaking van ouders en hun kinderen, en maatregelen om loodbesmetting zoveel mogelijk te beperken.’
Zo worden in de gemeenten rond Tata Steel alle kinderspeelplaatsen iedere twee weken grondig schoongemaakt. ‘Gif in de omgeving maakt mensen heel onrustig’, weet De Boer uit ervaring. ‘En terecht natuurlijk. Om dan zelfs te weigeren waarschuwingsborden te plaatsen, zoals de gemeente Amsterdam in het Oosterpark: dat is zó armoedig.’
Steun ons!
Onderzoeksjournalistiek vervult een essentiële waakhondfunctie in een democratische rechtsstaat. Maar ons werk is tijdrovend en kostbaar. De tarieven die mediabedrijven betalen, dekken slechts een klein deel van ons spitwerk. Jouw steun is daarom onmisbaar. Help ons spitten en doneer nu een (klein) bedrag!
