In de grensstreek wordt volop rode diesel gesmokkeld

Hester den Boer, Bram Logger & Steven Vanden Bussche

Beeld: Hester den Boer

Nederlandse trekkers steken dag en nacht via kleine zandweggetjes de grens over, om in België goedkope rode diesel te tanken. Sinds Nederland in 2013 dit belastingvoordeel afschafte, bloeit een grenshandel waar nauwelijks op gecontroleerd wordt. "Vroeger smokkelden ze boter. Nu is het rode diesel."

‘Nederlanders die in België rode diesel tanken? Tja… dat mag niet zomaar hè. Maar ja, er mag zoveel niet.’ De man, jaartje of zestig, wit haar, werkkleding en een gezet figuur, zet zijn trekker even stil. Hij werkt bij een groothandel in land- en tuinbouwproducten in de Belgische grensgemeente Poppel, vijftien kilometer onder Tilburg. Ook wordt er, zo vermeldt een ouderwets ogend uithangbord, ‘petroleum en kolen’ verkocht. Achter een omheining, uit het zicht, staan twee grote, donkergroene vaten, met een enkele pomp eraan bevestigd. ‘Zie je die dure auto?’ De man wijst naar een zilverkleurige bolide en lacht kwajongensachtig. ‘Dat is allemaal betaald met rode diesel.’

Langs de hele Belgisch-Nederlandse grens zijn dit soort handeltjes terug te vinden. Onooglijke dieselpompen verstopt achter winkels, op industrieterreinen of aan smalle weggetjes, waar meerdere malen per dag Nederlandse trekkers stoppen om hun tank vol te gooien met goedkope brandstof. Die zogeheten ‘rode diesel’ - vanwege de kleurstof die eraan is toegevoegd - is goedkoper, omdat er veel minder accijns op zit. Nederland schafte dit belastingvoordeel in 2013 af. Plannen van de Nederlandse boerenpartij BBB om rode diesel weer in te voeren, belandden dit jaar in de prullenbak. En dus is grenssmokkel nog altijd een levendig fenomeen.

Marinus Van Heerebeek kan zich er flink over opwinden, al die grote landbouwvoertuigen die over de zandweg voor zijn huis voorbij denderen en grote stofwolken veroorzaken. Van Heerebeek woont midden in de bossen. Vanaf zijn oprijlaan, naast een katholiek kapelletje, kijk je direct uit op de grens met Nederland, gemarkeerd met niet meer dan een enkele grenspaal. Zijn overbuurman, een Nederlander met een onderneming in grondverzet en loonwerk, heeft op zijn terrein een rode dieselpomp staan. ‘Je weet niet wat je ziet’, zegt Van Heerebeek geagiteerd. ‘Het is hier schering en inslag. Nederlanders komen met opleggers met plastic vaten van duizend liter naar de pomp, of met van die hakselaars waar wel 800 liter diesel ingaat. Ze komen zelfs met spuitmachines die normaal gebruikt worden om mee te sproeien, die gieten ze dan helemaal vol.’

De Vereniging Natuur en Milieu Hilvarenbeek (VNMH) maakte bezwaar tegen de uitbreidingsplannen van het bedrijf waar Van Heerebeek tegenover woont. Uit officiële stukken blijkt dat er een tank voor 24.000 liter rode diesel onder het terrein ligt. ‘We maken ons zorgen over al het zware verkeer op de karakteristieke zandwegen’, zegt VNMH-voorzitter Frans Glorius. ‘Bovendien ligt het bedrijf pal naast Natura2000-gebied.’ Maar het bezwaar uit Hilvarenbeek werd weggewuifd door de Belgische gemeente Ravels, waar de grensstreek onder valt. Op het verzoek om meer te handhaven, kreeg de vereniging geen reactie. De zaakvoerder van het bedrijf reageert furieus als we vanaf de openbare weg een foto maken van het perceel, en dreigt de politie te bellen. Praten over rode diesel wil hij niet.

Een tankstation voor professionals langs de Mierdsedijk in Poppel nabij de Nederlandse grens

Om de verhalen van omwonenden te verifiëren, hingen Spit en Apache een wildcamera op langs de zandweg. De beelden van de camera, die op de openbare weg gericht was, publiceren wij om privacyredenen niet, en worden ook niet verder verwerkt. Ruim een week aan beeldmateriaal bevestigt wel dat er inderdaad de hele dag door, zowel overdag als ‘s nachts, trekkers en andere, zware landbouwmachines over de zandweg rijden. Ook komt er een tankwagen van een brandstofleverancier voorbij.

In principe is dat legaal. Nederlandse boeren mogen met hun landbouwvoertuigen in België goedkope rode diesel tanken, maar alleen als die gebruikt wordt voor land-, tuin-, of bosbouwactiviteiten, en niet voor pakweg grondverzet of afbraakwerken. Maar dat valt eigenlijk niet te controleren, een registratie van activiteiten ontbreekt, hekelde de Belgische Rekenkamer in 2024 nog.

Een fietstocht door de bossen, weilanden en maisvelden langs de Belgisch-Nederlandse grens voert langs een hele reeks van dit soort rode-dieselpompen. De meeste staan op industrieterreinen, bij tuincentra of agrarische groothandels op het erf, vaak uit het zicht, duidelijk bedoeld voor degenen die weten waar ze moeten zijn. Bij een tuincentrum annex handel in dierenvoer staat op de oprit een reclamebord voor gastanks. Dat er achter de winkel ook een pomp voor rode diesel is, daar wordt niet mee geadverteerd. Binnen liggen onder meer gedroogde varkenssnuiten als hondensnacks in een mand. De vrouw achter de toonbank wil weinig  kwijt over de dieseltank. Toch beaamt ze dat er meer Nederlanders komen tanken dan Belgen.

Een eindje verderop laat een gepensioneerde akkerbouwer die hier al zijn hele leven woont zijn hond uit op een slingerend pad tussen de maisvelden. Hij bevestigt dat de verstopte benzinepompen er vooral zijn voor Nederlandse klandizie. “Belgische boeren komen er zelden, omdat zij meestal een eigen brandstoftank op hun erf hebben staan.”

We fietsen verder door de Belgische Noorderkempen naar Weelde. Daar is een tankstation van de keten Van Raak. Diane, een pompbediende die liever niet met achternaam genoemd wordt, vertelt dat er regelmatig rode diesel getankt wordt. “Ik kan het weten, want ik moet de pomp handmatig aanzetten”, zegt ze. “Klanten zijn zowel Belgen als Nederlanders. Vaak nemen ze jerrycans mee. Maar sommigen proberen om in de laadruimtes van bestelwagens containers tot 1200 liter te vervoeren.’ Volgens Diane is dit gevaarlijk, omdat diesel licht ontvlambaar is.

Aan de doorgaande weg van Poppel naar het Nederlandse Hoge Mierde, staat een Nederlandse trekker te tanken. De bestuurder is niet erg spraakzaam. Ja, hij zou het een goed idee vinden als rode diesel terugkeert in Nederland, ‘want het scheelt wel veel’. Als de tank vol zit - de teller op de pomp geeft 294 liter aan - rijdt hij snel weer terug richting Nederland.

Heel even stond rode diesel in Nederland op de politieke agenda: de BBB maakte er in 2023 een verkiezingsbelofte van aan de boeren. Zij zouden voortaan weer goedkoop mogen tanken. Maar zo snel als de BBB dit plan in het regeerakkoord kreeg, zo snel waren adviseurs van het ministerie van financiën erbij om herinvoering van de rode diesel stellig af te raden: fraudegevoelig, niet duurzaam en onuitvoerbaar. In grote lijnen dezelfde redenen die de politiek in 2013 gebruikte om goedkope brandstof voor boeren af te schaffen. Bovendien leverde het de schatkist miljoenen extra aan accijnsinkomsten op.

Een tankstation van de keten Van Raak langs de Weeldestraat in Ravels

Maar Nederlandse pomphouders in Brabant en Limburg zijn er minder blij mee. Zij zien hun agrarische klanten massaal de grens oversteken. ”Het eerste jaar na de afschaffing van rode diesel verloor ik een paar klanten, maar dat werden er steeds meer”, zegt Helmus Roost, eigenaar van brandstoffenhandel Roost Olie in Nederweert. “Ik neem het ze niet kwalijk, want het scheelt boeren al gauw 50 tot 60 cent per liter.” Voor de Nederlandse pomphouders betekent het gemiste inkomsten. “Een collega heeft nu een zonnebankstudio erbij. Anderen een hondenwasstraat. Je moet creatief worden, want aan de benzine en diesel ga je het niet meer verdienen.”

Door het tanktoerisme loopt de Nederlandse overheid belastinggeld mis. Roost heeft op een bierviltje weleens geprobeerd uit te rekenen hoe hoog dat bedrag is, maar dat is lastig precies te zeggen. De douane zou moeten controleren op illegaal ingevoerde rode diesel, maar volgens Roost, en ook andere bronnen, is er te weinig capaciteit voor effectieve controles.

Illegale praktijken ziet Roost ook. “Hier komt één keer per maand een trekker van een ondernemer uit Horst langs met drie beregeningsapparaten erachter. Hij gooit in België die machines vol, en tankt daar thuis zijn trekkers mee. Ik denk dat er tussen de 1500 en 2000 liter meegaat. Dat is 800 euro prijsverschil.” Ook omwonenden van de kleine weggetjes in de grensstreek, zoals Marinus Van Heerebeek, zien dit in de praktijk gebeuren: het vullen van jerrycans, plastic vaten en apparaten als beregeningsinstallaties en aggregaten, om de rode diesel daarna in Nederland over te pompen in andere voertuigen.

Als we het navragen bij de douane krijgen we als antwoord dat ze ‘vanwege de geheimhoudingsplicht’ geen cijfers kunnen geven over het aantal mensen dat tegen de lamp loopt bij controles op rode diesel. In België, blijkt uit cijfers van FOD Financiën, is het aantal controles de afgelopen jaren fors gedaald: van ruim 60.000 in 2018 naar een kleine 19.000 in 2024.

Daarnaast zijn de boetes erg laag: tussen de vijfhonderd en - bij grote hoeveelheden of herhaalde overtredingen, een paar duizend euro. “Als je een boete krijgt - en die kans is al heel klein - is het bedrag zo laag dat het nog altijd lonend is om over de grens rode diesel te tanken”, zegt een Brabantse oliehandelaar die niet bij naam genoemd wil worden.

Over de oplossing zijn de meeste betrokkenen het eens. “Het beste zou zijn als België de accijns verhoogde, en de rode diesel dus zou afschaffen”, zegt oliehandelaar Roost. “Dat levert de schatkist zowel in Nederland als België veel geld op.” Ook de Vereniging Natuur en Milieu Hilvarenbeek zou daar blij mee zijn. “We hebben alles geprobeerd om het zware landbouwverkeer door onze natuur te beperken. Afschaffing van rode diesel in België zou een grote stap de goede kant uit zijn.”

In Poppel, bij de groothandel in land- en tuinbouwproducten komt een bestelbusje aangereden met een Nederlands kenteken. Met een vorkheftruck tilt een medewerker een plastic IBC-vat van 1000 liter, omwikkeld met landbouwplastic, de laadruimte in. ‘Die zit vol met water’, beweert de Nederlandse chauffeur desgevraagd. De medewerker geeft een ander antwoord: ‘Een vloeistof’, antwoordt hij cryptisch. ‘Misschien landbouwgif? Of ja, rode diesel,’ beaamt hij als we nog een tijdje doorpraten. Hij lijkt er ook wel trots op. ‘Het hele gebied langs de grens, dat zijn de smokkellanden,’ zegt hij met een twinkeling in zijn ogen vanaf zijn trekker. “Vroeger was dat een hobby voor mensen. Maar er werd ook veel geld mee verdiend. De generatie van onze ouders smokkelde vooral boter. Nu is het rode diesel.”

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.

‘Nieuwsgierig?
Abonneer je direct op onze

Nieuwsbrief

Of duik eerst in onze dossiers

Steun ons!

Onderzoeksjournalistiek vervult een essentiële waakhondfunctie in een democratische rechtsstaat. Maar ons werk is tijdrovend en kostbaar. De tarieven die mediabedrijven betalen, dekken slechts een klein deel van ons spitwerk. Jouw steun is daarom onmisbaar. Help ons spitten en doneer nu een (klein) bedrag!

Steun ons met een bijdrage
Nieuwsgierig? duik in
onze dossiers