Het [.c-highlighted]Museumpark [.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted] in Rotterdam: het [.c-underline][.c-underlined][.c-underlined]best mislukte[.c-underline]  park van Nederland

Bram Loggers en Parcival Weijnen

Het was de hotspot voor skatend, boardend en wheelend Rotterdam. Maar met de herinrichting van het Museumpark verdwijnt een uniek stukje skatecultuur. Onnodig, als de skaters op tijd waren gehoord. Ook anderen zijn niet blij met het participatieproces. Wat ging er mis?

“De dagen leken op elkaar. Het was lente, het was warm — het was coronalockdown. In het Museumpark zaten overal groepjes mensen, in het midden werd geskatet. Niemand had last van elkaar. Al die groepjes hadden hun eigen speakers mee en draaiden verschillende muziek — hiphop, metal, psychedelische rock. Het leek wel een klein festival. Iedereen was aan het chillen, het was een plek van verbinding. Ik heb er echt belachelijk veel vrienden leren kennen.”

Met weemoed kijkt Emma Albers terug op de dagen die ze skatend doorbracht in het Rotterdamse Museumpark. Of beter, op het evenementendek aan de voet van het Depot, de metershoge spiegelende bloempot waar Boijmans van Beuningen zijn kunstobjecten opslaat. De asfaltvlakte van zevenduizend vierkante meter verdween alweer bijna een jaar geleden achter hekken. Een bouwkeet met de slogan ‘less traffic, more greenery’ laat zien waarom. Het Museumpark moet worden vergroend, voor een grote lap asfalt is geen plaats meer. Daarvoor in de plaats komen drie vlakken met gras en een minder gladde bestrating. De vergroeningsoperatie had deze zomer klaar moeten zijn, maar oplevering is uitgesteld tot het najaar.

Er is geen vergelijkbare plek meer.

“Toen die hekken er eenmaal stonden, wist ik niet zo goed wat ik met mijn tijd aan moest”, vertelt Albers. “Ik zat er elke dag om te skaten en te socializen. Nu skate ik veel minder, helemaal niet meer eigenlijk. Omdat ik nog geen chille plek heb gevonden waar de mensen zijn bij wie ik me altijd prettig voel. Er is geen vergelijkbare plek meer. De groep bestond uit mensen die je tegenkwam op het plein, geen mensen met wie je gaat afspreken. Die vrienden zie ik nu niet meer. ”

Bij bouwprojecten in de stad moeten burgers betrokken worden. Zo’n participatietraject wordt nog belangrijker onder de Omgevingswet, die op 1 januari 2024 wordt ingevoerd. Het idee is dat plannen voor de publieke ruimte beter worden als niet alleen ambtenaren, maar ook omwonenden en gebruikers inspraak hebben. Dat vergroot het draagvlak en versterkt de democratie. Wie er wel en niet mee mogen participeren, staat niet expliciet in de Omgevingswet. Het gaat erom dat alle belangen in de omgeving worden meegewogen.

In het Museumpark verliep die burgerparticipatie niet goed, onderzocht journalistiek onderzoekscollectief Spit voor Vers Beton. De skaters is van tevoren nooit gevraagd wat ze van de plannen vonden. Andere partijen die wél betrokken waren bij de inspraaksessies, voelen zich ook niet gehoord. Vrijwel niemand lijkt echt blij met het ontwerp. De festivalorganisatoren niet, de filantropen die het Collectiegebouw mede financierden niet. En de skaters al helemaal niet, want met hen werd pas gepraat toen het plan al in uitvoering was. 

Flagdeck

Het Rotterdamse skatemerk Dufarge bracht in 2013 in beperkte oplage een bijzonder skateboard op de markt, aan de onderzijde bedrukt met een kleurrijke streepjescode: de kleuren van alle Europese vlaggen. Die print is een eerbetoon aan het “flag deck”, een ontwerp van architect Rem Koolhaas, dat als kunstwerk van 100 bij 30 meter op het asfalt van het evenementendek te zien is. De plek is voor Rotterdamse skaters met afstand hun favoriete locatie. 

“Toen ik in 2005 van Maastricht naar Rotterdam verhuisde, was er weinig skatecultuur”, vertelt Michel van Dartel (46). Hij is skater, lector Situated Art & Design en directeur van de culturele instelling V2_. “De plekken die ik kende, waren vervallen, of niet ingericht op skaters, zoals Weena en Westblaak. De mensen waren weg. Behalve het Museumpark, daar waren wél altijd mensen aan het skateboarden.”

De aantrekkingskracht van ‘MP’ — zoals skaters het plein noemen — zit ’m vooral in het minimalisme van de plek. Het is een grote asfaltvlakte, niets meer, niets minder. “Zo’n leeg canvas daagt uit om technische fliptrucjes te combineren, of zelf obstakels te maken”, vertelt Van Dartel. “Maar ik gebruikte de ruimte ook om mijn dochter te leren skaten. Daarvoor is een skatepark niet de plek. ‘MP’ is ideaal omdat je in een hoekje altijd dingen kunt proberen zonder dat je mensen in de weg rijdt, terwijl er ook gevorderde skaters zijn van wie je iets kunt leren.”

In hetzelfde jaar dat Dufarge zijn flagdeck op de markt bracht, raakten de plannen voor een nieuw collectiegebouw voor Museum Boijmans van Beuningen in een stroomversnelling. Een kunstopslag was hard nodig: de kelders van het museum, tjokvol met waardevolle kunstobjecten, liepen bij overstromingen geregeld vol water. Datzelfde gold voor de parkeergarage.

Een internationaal topmilieu

De gemeente had grote ambities met het Museumpark. Het moest volgens het bestemmingsplan van 2016 een ‘internationaal topmilieu’ worden, “waar het versterken en het uitbouwen van de vrijetijdseconomie een belangrijk speerpunt is”. Als extra opgave gaf de gemeenteraad per motie mee dat de omgeving vergroend moest worden. “De lat kwam daardoor steeds hoger te liggen”, stelde gemeentelijk projectleider Iris van der Lee in een interview met magazine Gers. “We wilden eerst een competitie opzetten voor de beste (landschap)architectenbureaus van Nederland, maar dachten toen: waarom niet de beste bureaus ter wereld?”

De winnaar van die prijsvraag werd het Londense bureau Gustafson Porter, dat een plan indiende voor de buitenruimte rond het depot. De gemeentelijke landschapsarchitecten werkten dat vervolgens uit. Vanaf 2018 kreeg ook de omgeving inspraak. Op de lijst stonden twintig stakeholders; de omliggende musea, het Erasmus MC, een handvol overheidsdiensten, een woningcorporatie, een ondernemersvereniging en de Vrienden Van Het Park Stichting, ooit opgericht door omwonenden in reactie op de bouwplannen. 

De skaters ontbraken in het overleg. “Ik volgde in die tijd de plannen voor het Depot wel, vanuit mijn werk in de culturele sector”, zegt Van Dartel. “Wat ik me niet realiseerde, was dat de komst van het Depot ook grote gevolgen zou hebben voor het plein.” Onwetend bleven de skaters hun rondjes rijden op het plein.

Vertrutting van de stad

Wél uitgenodigd waren drie festivalorganisatoren. Zo’n vijftig dagen per jaar is het evenementendek het decor van festivals als de Pleinbioscoop, Djemaa el Fna en De Parade. Joost Maaskant, organisator van de openluchtbioscoop, schrok zich rot toen hij aanschoof bij de eerste participatiebijeenkomst. “We kregen de mededeling dat het park werd vergroend en we 40 procent van het plein niet meer konden gebruiken. Of dat een probleem was. Ik sloeg stijl achterover en stelde een wedervraag: Morgen korten we je salaris flink, is dat een probleem?”

Voor de festivals was het evenementendek in het Museumpark de ideale locatie, vertelt Maaskant: “We hadden er water en stroom, je kon er met vrachtwagens rondrijden”. Maaskant bekroop meer en meer het gevoel dat de gemeente helemaal niet zat te wachten op festivals in het Museumpark. “Tegenwoordig wordt alles vergroend. Het is een soort vertrutting van de stad: overal bomen en gras. De discussie moet ook gaan over waar in de stad je nog evenementen kunt organiseren.”

Wij zaten alleen aan tafel omwille van het participatieproces

Aan de gesprekken bewaart Maaskant geen goede herinneringen. “Elke keer zaten er andere mensen van de gemeente aan tafel en werd er niet genotuleerd. Alles ging mondeling. Het voelde alsof alles al besloten was en wij aan tafel alleen zaten omwille van het participatieproces.’ 

Dat stoorde ook Gerard Mascini van De Parade. “Naarmate het proces vorderde, werd er steeds minder rekening met ons gehouden. Zo zou het hele terrein worden afgesloten met paaltjes, waarvan Boijmans de sleutel heeft. Maar als je als festival ‘s avonds laat of ‘s nachts iets wil opbouwen, is dat heel onhandig. We hadden daar wel gesprekken over, maar echt geluisterd werd er niet.”

Ook Mascini kreeg de indruk dat de gemeente de festivals liever kwijt dan rijk was. “Als ik nu kijk naar de plannen, zie je een grasveld met bomen, grote banken en zitjes. Hartstikke leuk, maar ik kan er als festivalorganisator weinig mee.” Maaskant: “Volgens mij wil de gemeente  dat dit vooral een park wordt. Ook prima, maar zeg dat dan. Dan weten we waar we aan toe zijn.” Het participatietraject, ook in het licht van de zware coronajaren en de toegenomen regelgeving voor festivals, heeft Maaskant doen besluiten te stoppen met de Pleinbios. “De lol is er wel af.”

[.c-highlighted]Koekoeksklokparticipatie[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Omwonenden zijn niet onverdeeld gelukkig met de plannen voor de nieuwe inrichting van het Museumpark. “Je wordt een nummer”, blikt Hans Ophuis, oud-voorzitter van de inmiddels opgeheven Vrienden Van Het Park Stichting terug. “In het begin hadden we nog de illusie dat we echt inspraak hadden. Maar in de loop van de tijd raak je ingekapseld in al bestaande plannen van de overheid. Het participatieproces werd vooral gezien als afvinken, zodat het plan gewoon door kon gaan.”

Burgers voelen het feilloos aan als hun inbreng door de gemeente wordt gebruikt als tickbox op een formulier, constateert Frans Soeterbroek, die een boek schreef over burgerinspraak. Hij noemt dat koekoeksklokparticipatie, waarbij de overheid vooral druk is met de eigen plannen, even naar buiten komt om informatie bij burgers ‘op te halen’, en dan snel weer verdwijnt in de eigen black box en niet transparante werkwijze. 

“In een participatieproces wordt informatie opgehaald bij burgers en belanghebbenden, en die verdwijnt in een tombola, waarbij je geen idee hebt wat er met je inbreng gebeurt”, zegt Lot Mertens. Zij is in dienst van de gemeente als “stadsfluisteraar” om de burgerbetrokkenheid te vergroten, en heeft ook nauw contact met de skatecommunity. “Iedereen begrijpt dat je keuzes moet maken over de publieke ruimte, of het besteden van publiek geld. Niet alles kan. Maar de gemeente slaagt er niet goed in uit te leggen hoe die verschillende belangen worden gewogen. Dat geeft mensen het gevoel dat de gemeente toch maar haar eigen zin doet.”

Het is precies de gevoelige snaar die raakt aan de positie van de skaters. “De gemeente wil dingen veranderen om ze mooier te laten lijken. Maar misschien kunnen ze meer rekening houden met mensen die echt in de stad wonen, en niet alleen toeristen?” zegt Shaquille Walker, opgegroeid op Sint Maarten en sinds vijf jaar fanatiek skater op Museumpark. “Je doet het toch voor de mensen in de stad?”

“Er wordt over een belangrijke plek voor de skatecultuur heen gewalst”, zegt Michel van Dartel. “Het zijn jonge mensen in een vormende fase van hun leven die je confronteert met zo’n top-downbeslissing over hun plek en hun cultuur. Die groeien nu op met het idee dat de gemeente hun belang niet vertegenwoordigt. Je zult zien dat over een jaar of tien de gemeente Rotterdam zich afvraagt waar toch die levendige skatecultuur is gebleven.”

Verre Bergen

Op de vijfde verdieping van het collectiegebouw staat in kleine plakletters op de deur: “stichting de verre bergen”. De filantropische instelling van de steenrijke familie Van der Vorm droeg 15 miljoen euro bij aan de bouw van het depot, en kreeg daarvoor een belangrijke stem bij de locatiekeuze én een eigen verdieping in het spiegelende kunstpaleis. Hoewel de stichting formeel niet op de lijst staat van stakeholders die betrokken werden bij de participatie, vragen skaters, festivalorganisatoren en omwonenden zich af hoe groot de invloed was van de filantropische stichting op het ontwerp van het Museumpark.

Uit stukken die Vers Beton twee jaar geleden opvroeg door middel van een zogeheten Wob-verzoek, blijkt dat Wim Pijbes, de markante oud-Kunsthaldirecteur en bestuurder van Droom en Daad ​​— de andere filantropische stichting van de familie Van der Vorm — een uitgesproken mening heeft over festivals en evenementen op de stoep van musea. In een mail naar toenmalige wethouder Wijbinga schreef hij in mei 2019 onder meer: “Zoals je weet vonden er in mijn tijd in het Rijksmuseum aan het Museumplein in Amsterdam een aantal grootschalige vieringen, concerten en andere evenementen plaats (...) Veel van die evenementen liepen niet goed. De voorlaatste huldiging van Ajax leverde 160 gewonden, 60 aanhoudingen, € 400.000 schade aan het Stedelijk Museum en € 75.000 schade aan het Van Gogh Museum op. Nog afgezien van [de] honderden pissende en kotsende bezoekers in de tuinen rondom het Museumplein.”

Pijbes bepleitte in die mail de invoering van een borg voor festivals die een openbaar park willen gebruiken en vond daarnaast dat ieder park een eigen beheerder moest krijgen. Op 29 januari 2019, een week voordat het eerste aangepaste ontwerp voor het Museumpark werd rondgestuurd naar andere stakeholders, liep Pijbes een rondje door Het Park (bij de Euromast) met projectleider Iris van der Lee. Ze spraken onder meer over het type paden dat er zou moeten komen. Ook het Museumpark komt ter sprake.

Heeft Wim Pijbes het ontwerp van het Museumpark naar zijn hand gezet? Nee, zegt hij tijdens een wandelinterview door het Museumpark op een zonnige, maar winderige dag in mei. “Naar mij heeft de gemeente ook niet geluisterd.” Lopend door het Museumpark wijst Pijbes, die in NRC jarenlang een rubriek schreef over tuinen en parken, naar alles wat er volgens hem niet deugt. 

De Rotterdamse [.c-highlighted]ziekte[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

“Wat is dit voor non-descript stukje”, gebaart hij naar een stukje braakliggende grond naast het Natuurhistorisch Museum. Er ligt een winkelwagentje op zijn kant. “Niet van het museum, niet van de gemeente. Het ziet er niet uit.” Verderop staat een paal waar het blauwe voetpadbordje al jaren vanaf is. “Bloedirritant. Blijkbaar is nog niemand op het idee gekomen die paal weg te halen.” De prullenbakken en de paden hebben volgens Pijbes niet de juiste uitstraling. Hij ergert zich kapot aan het onkruid in de oksels van het G.J. de Jonghmonument, en de rozentuin is “de meest armzalige van Europa”. Op straat tussen het Depot en Het Nieuwe Instituut windt Pijbes zich op over de kaarsrechte muurtjes die landschapsarchitecten — “Delftse communisten” — hebben ingetekend naast de ronde heggen bij de villa op de hoek met de Jongkindstraat. 

Aangekomen bij het evenementendek dat schuilgaat achter bouwhekken, geeft Pijbes toe dat hij inderdaad niet veel op had met de skatecommunity. “Een park is voor iedereen. Dan kun je niet hebben dat één groep zich een deel van het park toe-eigent. De skaters, die ik van alles gun, hadden hier best een rol kunnen houden als medegebruiker, maar ik ben wel altijd tegen dat asfalt geweest. Dat was meer dan driehonderd dagen per jaar een naargeestige, lelijke, onaangename vlakte. Die vlag van Koolhaas zag er ook niet meer uit, dat functioneerde niet.”

Pijbes vreest dat de opknapbeurt van het Museumpark te lijden krijgt onder wat hij “de Rotterdamse ziekte” noemt. “De gemeente denkt dat het af is, als het klaar is. Maar een park is nooit af. Je moet het bijhouden. Doe je dat niet, dan blijft dit het best mislukte park van Nederland.”

De rondgang langs partijen die een belang hebben bij het Museumpark, leert dat niemand eigenlijk écht blij wordt van de plannen voor de herinrichting. Erasmus MC had naar eigen zeggen weinig opmerkingen over de plannen. De omliggende musea laten desgevraagd weten goed te hebben samengewerkt met de gemeente. Maar in een gezamenlijke steunbetuiging geven de musea wel aan dat ze de skatecommunity hadden willen behouden voor het park. 

Stroefheidsnormen

Pas begin 2021, toen de participatiekoekkoek alweer een jaar in zijn klok zat en de gemeente het definitieve ontwerp af had, kregen de skaters lucht van de plannen. In april dat jaar richtten ze een actiegroep op, met skater Kim Butter als bevlogen aanjager. Er volgden een drieduizend keer getekende petitie, een zomerse skatedemonstratie, en een inspraaksessie in de gemeenteraad. Al die tamtam kon de gemeente niet weerhouden de maand erop toch het plan aan te bieden op een aanbestedingsplatform. 

Met die actie sneed de gemeente ook de weg af naar aanpassingen die het plein skatevriendelijk konden houden, bleek tijdens een technische sessie in de gemeenteraad in september 2021. De politiek wilde proberen het plein te behouden voor de skaters. Maar volgens de ambtenaren was stopzetten van de aanbesteding geen optie. Bedrijven die al hadden ingetekend, zouden dan een claim kunnen indienen. Verplaatsing van de ingetekende groenvlakken zou al gauw leiden tot twee ton extra kosten en twee jaar vertraging.

Als goedmakertje speelde de gemeenteraad wel 112.500 euro vrij om de nieuwe ondergrond beter berijdbaar te maken. Er kwamen proefvlakken die de skaters mochten testen. “Met een schoen met meetapparatuur werd gecheckt of de vloer nog wel aan de gemeentelijke stroefheidseisen voldeed”, vertelt Kim Butter. “Onze conclusie was: geen van die proefvlakken waren echt goed skatebaar.” Desalniettemin vindt de gemeente dat er genoeg gedaan is om de skaters tegemoet te komen. 

Wij willen asfalt?

Het is een rumoer van jewelste in de zaal van Theater Zuidplein als daar in november 2022 het Stadmakers Congres plaatsvindt. Aan acht verschillende tafels gaan in totaal meer dan honderd mensen in gesprek over zeggenschap voor bewoners. Een van de thema’s is urban sports. Aan tafel ontspint zich een felle discussie tussen skaters en ambtenaren van de gemeente. 

“Wij vragen iets simpels”, zegt skater Jules Winants. “Niet een duur skatepark, maar gewoon het integreren van onze sport in de publieke ruimte.”

Johan van Herpen, die zich als ambtenaar met sport bezighoudt, benadrukt dat het niet alleen om sport gaat, maar ook om de gemeenschap eromheen.

Skater en kunstenaar Bruce Tsai reageert geprikkeld. “Waarom wordt nu door al die beleidsmensen bij de gemeente erkend dat er zo’n bloeiende cultuur was op het ‘MP’, maar is dat helemaal gemist toen de plannen werden gemaakt?”

Projectmanager Iris van der Lee legt uit hoe dat ging: “Jullie waren de eerste groep die zei: wij houden niet van groen, we willen asfalt. Dat hadden wij echt nog nooit gehoord. We hebben met God en de hele wereld gesproken vanuit de gemeente: omwonenden, musea, Erasmus MC en iedereen die om het plein zat. Dus dat was nieuw.”

De hele middag blijft het een botsing tussen twee werelden. Als het gaat over plekken waar de skaters nu terecht zouden kunnen, is de ambtelijke reflex om “een workshop” te organiseren en een wensenlijstje op te stellen. 

Gemeentelijk ombudsman Marianne van den Anker, die in een knalroze overall ook aan tafel zit, hoort het hoofdschuddend aan. “Deze community is uit elkaar gevallen door wat er gebeurd is. Dus zie die mensen nog maar eens te enthousiasmeren. Er is vertrouwen verloren in de overheid. Als je ze uitnodigt voor een workshop, moet wel van tevoren duidelijk zijn wat daar precies de status van is: is het alleen praten, mogen de skaters meetekenen aan het ontwerp? Als dat ook weer een vorm van participatie is die niets oplevert, backfiret het alleen maar.”

Dood voor de kachel

Op haar kantoor analyseert Van den Anker later wat is misgegaan. “Eerst zijn de skaters niet als gebruikers gezien. Dat komt ook doordat de helft van de mensen die het beleid maken niet in de stad wonen. Ze zijn te weinig op die plek aanwezig.”

Toen de skaters eenmaal wisten wat over hun hoofden besloten werd en actie ondernamen, werden ze meegetrokken in de gemeentelijke systeemwereld. “Je laat je meesleuren door je enthousiasme. Je wordt leeggetrokken en kaltgestellt”, diagnosticeert Van den Anker koeltjes. “Er zijn echt wel ambtenaren die buikpijn hebben van hoe dit gaat, maar die kunnen ook geen kant uit. Het systeem is een zelfstandig organisme geworden waarin poppetjes werken die ook het overzicht niet hebben.’

Ook de ongelijke positie van de gespreksdeelnemers is problematisch, ziet Van den Anker. “Ambtenaren krijgen voor dat werk betaald, degenen die participeren doen dat in hun vrije tijd. Dat is geen gelijk speelveld.” Stuitend vindt Van den Anker het dat de skaters nu voor de voeten wordt geworpen dat ze alsnog zijn gaan praten met de gemeente. “Die zeggen nu: we hebben wél naar jullie geluisterd, want er ligt een proefstrookje. Dat klopt. Maar de community ligt inmiddels dood voor de kachel.” De ombudsvrouw moet tot haar spijt concluderen dat ook haar bemoeienis met het dossier geen deuk in een pakje boter heeft weten te slaan.

En de skaters? Emma Albers heeft een aantal alternatieve plekken geprobeerd. “Langs de Maas bij Blaak en Leuvehaven en bij Rotterdam CS, maar dat is te druk. Westblaak is wel leuk, maar te druk met kleine kinderen. Verder heb je bijna nergens een gladde ondergrond waar je kunt chillen. We hebben ook wel geskatet in parkeergarages, maar dat mag eigenlijk niet. Plein 1940 bij het Maritiem Museum kan wel. Daar heb je tegels, maar het is kleiner. Dan skate je ook weer mensen voor de voeten. Eigenlijk zoeken we een ruim, mooi plein, dat niet op een drukke plek ligt, maar wel centraal. Tja, het liefst hebben we gewoon ‘MP’ terug.”

Reactie gemeente Rotterdam

De gemeente Rotterdam gaf er de voorkeur aan schriftelijk te reageren op de vragen van Spit. “Al vanaf 2015 is rondom het masterplan Museumpark een uitgebreid participatietraject georganiseerd”, schrijft projectleider Iris van der Lee. “Daarna is met de omgeving uitgebreid gecommuniceerd over de verschillende onderdelen van de vergroeningsopgave. Met als doel om reacties op te halen van alle stakeholders uit de omgeving. Daarbij waren ook de kunstinstellingen en het Erasmus MC verenigd in de Stichting Museumpark.”

“In de zomer van 2018 is de inrichtingsplanprocedure voor het nieuwe evenementendek gestart (met de uitzending van een Programma Van Eisen op 19 juli 2018 en een Voorlopig Ontwerp op 7 februari 2019). Na vaststelling van het Definitief Ontwerp is het project op 14 juni 2021 gepubliceerd op het aanbestedingsplatform. Het werk is na ontvangst van de biedingen door verschillende aannemers en het doorlopen van de aanbestedingsprocedure, in november 2021 gegund aan firma Den Ouden. Sinds de zomer van 2022 is het project in uitvoering.” Volgens de oorspronkelijk planning zou de vergroeningsoperatie deze zomer klaar zijn. Inmiddels is dat uitgesteld tot november 2023. 

Over de participatie van de skatecommunity zegt de gemeente: “Op 14 april 2021 boden een aantal van de skaters aan wethouder Bert Wijbenga (Buitenruimte) een petitie aan waarin o.a. werd gevraagd om het oude terrein te behouden. Op dat moment was het inrichtingsplan al definitief en het technisch bestek al nagenoeg gereed. Het participatietraject was afgerond. Wethouder Wijbenga heeft bij het in ontvangst nemen van de petitie ook duidelijk gemaakt: de inrichting is al vastgesteld. Wel heeft de wethouder toegezegd de wensen van de skaters te bekijken en te onderzoeken of er over een aantal punten aan de wensen van de skaters tegemoet kon worden gekomen. Er is onderzocht hoe een skatebare vloer kan worden aangelegd die ook voldoet aan de eisen die worden gesteld aan de veiligheid en toegankelijkheid van de vloer voor alle gebruikers van het Museumpark (ook voor mensen met een beperking). Er zijn proefvakken aangelegd op het dek, die zijn getest door de skaters. Hun advies heeft geleid tot het bepalen van de definitieve vloer. De zogenaamde skatestoppers (beugeltjes om skaters af te schrikken) ter bescherming van de natuurstenen randen zijn uit het plan verwijderd.” 

“Hoewel al langer geskate wordt op het Museumpark, zegt de gemeente dat de community pas in de coronatijd groeide, en tot die tijd onzichtbaar was. ‘Het is lastig om belangen te behartigen van een groep die niet bekend of zichtbaar is. Het blijft dan ook van belang om als gemeente zo breed mogelijk te communiceren en daarbij goed gebruik te maken van de netwerken in de wijk, zodat iedereen die zich betrokken voelt mee kan doen.”

Lees de complete beantwoording van de gemeente hier.

"Dit onderzoek is onderdeel van het project Museumpark: samen maken we de stad en mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfond Creatieve Industrie."

Vind je dit een goed onderzoek?

Steun ons dan!

Wij werken effectief; er is geen directie of duur kantoorpand. Ondanks dat blijft onderzoeksjournalistiek kostbaar. Research kan maanden in beslag nemen en dan nog is het eindresultaat onzeker. Wij kunnen jouw financiële bijdrage (klein of groot) dus goed gebruiken.

Doneer via deze link

Bron:

Bron:

Bron:

Meer dossiers