Hoe de journalist een hamster werd
Joost Ramaer houdt zich al langere tijd bezig met het medialandschap in Nederland. Voor Villamedia schrijft hij een reeks opiniestukken. Deze keer antwoord op de vraag: Gaat Christian Van Thillo ook hier aan de haal met één of meerdere tv-zenders? Niemand lijkt zich daar druk over te maken, constateert Ramaer. ‘Met fatalistische gelatenheid ondergaan politici, wetenschappers en journalisten de zoveelste machtsconcentratie in de Nederlandse mediawereld.’ Voor hen heeft hij nog wel een leestip.
Christian Van Thillo, eigenaar en tot voor kort CEO van DPG Media, heeft een paar jaar geleden al zijn redacties bij elkaar geveegd in News City, een nieuw, sneeuwwit hoofdkantoor pal naast het centraal station van Antwerpen. Of ze nou werken voor de grootste commerciële tv-zender van Vlaanderen, VTM, het grootste radiostation, Qmusic, de grootste krant, Het Laatste Nieuws, de grootste nieuwswebsite, HLN.be, of het grootste weekblad, Dag Allemaal – alle DPG-journalisten, op die van het kleine dagblad De Morgen na, bikkelen tegenwoordig vanaf die ene redactievloer. Niet langer onder een hoofdredacteur, maar onder een directeur, Nicholas Lataire, die deze ‘content’-fabriek op zijn LinkedIn-pagina trots omschrijft als ‘de strafste en meest impactvolle, meest multimediale nieuwsredactie van Vlaanderen’.
Zonder enige twijfel jeuken Van Thillo’s handen om dit model ook in Nederland in te voeren. Een tv-zender heeft hij hier nog niet, maar dat kan spoedig veranderen. Op de Nederlandse radio- en tv-markt is een machtsstrijd gaande waaruit hij zomaar als de grote overwinnaar tevoorschijn zou kunnen komen. RTL Nederland wil John de Mol verlossen van zijn kwakkelende Talpa Network, maar heeft daarvoor een vergunning nodig van de Autoriteit Consument & Markt (ACM).
Deze ‘waakhond’ loopt hierover al bijna een jaar te handenwringen. Keurt hij RTL-Talpa goed, dan ontstaat een monopolie in de Nederlandse commerciële televisie. Verbiedt hij hem, of dwingt hij de nieuwe combinatie één of meer zenders af te stoten, dan zet hij de deur wagenwijd open voor een andere machtsconcentratie: een fusie tussen DPG en RTL, of tussen DPG en één of meer Talpa-zenders. DPG doet er alles aan om RTL-Talpa te torpederen. Het maakte bezwaar tegen de fusie bij de ACM, en roerde zich ook met succes op de radiomarkt. Mede dankzij een DPG-interventie dwong de rechter de overheid onlangs om binnen een jaar een veiling te organiseren van alle negen commerciële FM-frequenties.
Vier daarvan zijn al jaren in handen van Talpa-stations – eigenlijk zes, als je de twee frequenties van Talpa’s stiefdochter Radiocorp meerekent. Nieuwkomer KINK aast op een plek op de FM-band, en DPG Media wil er ook wel één of twee frequenties bij. De kans is het grootst dat Talpa die zal moeten afstaan. Wil Talpa ze koste wat kost behouden, dan zal het zo hoog moeten bieden dat het bedrijf financieel minder aantrekkelijk wordt als fusiepartner voor RTL.
Gaat Van Thillo ook in Nederland lopen met één of meer tv-kanalen, dan heeft dat ingrijpende gevolgen. Toch lijkt niemand in Nederland zich daar druk over te maken. Er is geen debat over onder politici, wetenschappers en journalisten. Met fatalistische gelatenheid ondergaan zij de zoveelste machtsconcentratie in de Nederlandse mediawereld.
Zij zouden er goed aan doen een nieuw boek te lezen dat onlangs verscheen bij de Belgische uitgeverij EPO, en dat in Nederland nog nergens is gerecenseerd. ‘Fuck de media, red de pers’ is geschreven door Guido Van Liefferinge (1941), een veteraan van de Vlaamse journalistiek en tevens begenadigd bladenmaker, wiens tijdschriften jarenlang de kurk waren die de voorloper van DPG Media drijvende hield. Zoals de titel al verraadt, neemt Van Liefferinge de huidige mediawereld de maat aan de hand van een onderscheid dat welbeschouwd van een onthutsende eenvoud is – je moet er alleen even op komen.
‘De pers’ staat bij hem zowel voor een product als voor een instelling: onafhankelijke journalistiek, gemaakt door mensen die hun vak beheersen, en er eer in scheppen de gevestigde machten kritisch te volgen. ‘In de volksmond wordt nog maar zelden het woord “pers” gebruikt’, schrijft hij. ‘We worden overspoeld door de media.’ ‘De media’, dat zijn de conglomeraten van kranten, tijdschriften, radiostations en tv-zenders die in de vorige eeuw zijn ontstaan.
Jaren leek het alsof hun titels zouden sneuvelen tijdens de digitale revolutie. Het tegendeel gebeurde: het internet gaf de raison d’être en verdere opmars van de multimediale conglomeraten juist een enorme boost. Adverteerders krijgen via één loket een ongeëvenaard bereik voor hun reclameboodschappen, en toegang tot de NAW- en leesgedraggegevens van miljoenen nieuwsconsumenten. ‘Big data, dat is waar het vandaag allemaal om draait’, zei Van Thillo al in 2015.
‘Fuck de media’ maakt zonneklaar wat deze almaar accelererende concentratiestoomwals dreigt te verpletteren: de onafhankelijke journalistiek, ofwel de hoofdreden waarom de nieuwsconsument kranten leest en naar het tv-journaal kijkt.
Van Liefferinge haalt een onderzoek aan van Karen Donders en Ike Picone van het instituut imec-SMIT van de Vrije Universiteit van Brussel. Zij analyseerden hoe DPG’s ‘nieuwsmerken’ berichtten over de Vlaamse tv-scene vóór en na het ontstaan van News City. De grootste concurrenten van DPG’s VTM zijn het publieke VRT-kanaal Eén, en de SBS-zenders VIER en VIJF, sinds kort Play4 en Play5 geheten.
Het Laatste Nieuws schreef altijd al ‘opvallend’ veel meer en veel vaker over VTM dan over die andere zenders, constateerden Donders en Picone. Maar ‘nog opvallender’ vonden zij dat die toch al eenzijdige aandacht verder toenam nadat DPG Media in 2019 enig eigenaar werd van VTM. ‘Ook in de nieuwssectie van Het Laatste Nieuws is de aandacht voor VTM en andere DPG-merken toegenomen. In 40 procent van de nieuwsartikels die de naam van een Vlaams mediamerk of programma bevatten is dat een merk of een programma van DPG.’ Omgekeerd verwijst VTM Nieuws sinds de inlijving ‘vijf keer meer naar andere titels van DPG, vooral Het Laatste Nieuws, dan voordien’.
Kranten en publieke omroepen met hun historische maatschappelijke worteling worden steeds verder gedegradeerd tot pionnen in een internationaal schaakspel om miljarden. De nieuwe mediatycoons dragen de redacties van hun bladen op om de programma’s van hun radio- en tv-stations te pluggen, en omgekeerd. Hun journalisten zijn hamsters geworden, die deze commerciële tredmolen draaiend moeten trappen. En hij draait harder dan ooit onder invloed van internet, Facebook, Twitter, Instagram, Telegram en TikTok, die Van Liefferinge consequent ‘de (a)sociale media’ noemt.
De tycoons rechtvaardigen hun almaar groter worden door te wijzen naar de jongens die nog vele maatjes groter zijn dan zij. Alleen ‘nationale kampioenen’ zouden tegenwicht kunnen bieden aan de wereldwijde dominantie van Google, Facebook, Amazon en TikTok. DPG Media wil zo’n kampioen zijn, en ook het Duitse Bertelsmann poetst dochters waar het vanaf wil, op tot ‘nationale kampioenen’. In België lukte dat al, door het Franstalige RTL Belgique te verkopen aan een alliantie van DPG en diens Waalse rivaal Rossel. M6 moet fuseren met TF1 tot de grootste tv-zender van Frankrijk, en RTL Nederland met Talpa. Hoe omstreden de laatste twee deals ook zijn, Bertelsmann-CEO Thomas Rabe praat erover alsof de race al gelopen is.
Reeds lang bestaande ‘nationale kampioenen’ kunnen intussen hun borst natmaken, waarschuwt Van Liefferinge. ‘Zelfs Mediahuis zal het moeilijk krijgen nu DPG Media en Rossel de Waalse RTL-activiteiten hebben overgenomen. DPG Media had al een overmacht dankzij de sterke audiovisuele poot VTM die Mediahuis niet heeft. Dankzij RTL kan het voortaan als enige Vlaamse uitgever nationale advertentiecampagnes op alle communicatiekanalen aanbieden aan zijn klanten.’
Als DPG ook hier te lande een tv-zender verwerft, wacht Mediahuis Nederland, tot dusver de comfortabele nummer twee, eenzelfde marginalisering. Toch ontbreekt deze reële mogelijkheid in het document van 79 pagina’s dat de ACM eind januari van dit jaar publiceerde, met zijn afwegingen om RTL-Talpa wel of niet een vergunning te verlenen. De ACM kijkt uitsluitend naar Nederlandse markten – voor aanbieders van tv- en radiostations, voor digitale en kabeldistributeurs, voor adverteerders, voor onafhankelijke producenten, en, ‘uiteindelijk’, voor de consument. Wat het zwaarst weegt voor die consument – de mogelijke gevolgen voor de inhoud, voor de onafhankelijke journalistiek – komt in het ACM-rapport evenmin aan de orde.
Van Liefferinge roept politici en ambtenaren hartstochtelijk op om ‘een duurzame lange-termijnvisie’ voor pers en media te ontwikkelen, ‘die perfect past in een klein taalgebied als het onze, dat alleen omwille van zijn beperkte taal ontsnapte aan de grijparmen van buitenlandse overnemers’. Maar hij laat daar meteen op volgen: ‘De politici geven de voorkeur aan de weg van de minste weerstand om aan de macht te blijven en verkiezen de collusie met de economische machten in plaats van op te komen voor het algemeen belang.’
Zeker dertig jaar lang al prefereren de autoriteiten de weg van de minste weerstand, en zeker dertig jaar lang al maken de mediatycoons daar dankbaar misbruik van. Als we reëel zijn, is ‘een duurzame lange-termijnvisie’ verder weg dan ooit.
Dit artikel kwam mede tot stand dankzij de steun van Vereniging Veronica en verscheen ook bij Villamedia.
Bron:
Bron:
Bron: