Hoe [.c-highlighted] Katwijkers[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]de oceanen [.c-underline]veroverden[.c-underlined][.c-underlined][.c-underline]

Bram Logger en Parcival Weijnen

16/10/2021

Parlevliet & Van der Plas groeit onstuimig. Het visserijbedrijf doet overnames over de hele wereld. Maar de aanwezigheid van de Katwijkers stuit ook op verzet. Hoe kon de familieonderneming zo hard groeien?

Alsof hij de Navo door een crisissituatie moet loodsen. Zo zit Diek Parlevliet dagelijks voor een scherm met videoverbindingen en loodst hij zijn manschappen over de wereldzeeën. Zeker honderd uur per week is-ie er druk mee, klinkt het bewonderend onder werknemers van het Katwijkse visserijbedrijf Parlevliet & Van der Plas (PP). Valt wel mee, zegt de 66-jarige ceo zelf. Maar zo'n zeventig à tachtig uur is hij wel kwijt aan het bestieren van de familiezaak.

Het imperium van PP omspant de halve globe. Bij de Seychellen, in de Indische Oceaan, vist het bedrijf op tonijn. Als daar de zon ondergaat, moet de dag nog beginnen aan de Chileense westkust, waar PP-trawlers makreel vangen. ,,Telefoon, mail, WhatsApp, dat gaat dag en nacht door", zegt Parlevliet. Hij lijdt daar niet onder. ,,Als ik 's nachts een telefoontje krijg, slaap ik binnen een minuut weer."

In acht jaar tijd verdrievoudigde de omzet: van 450 miljoen in 2011 naar 1,4 miljard in 2019. Daarmee is PP het grootste visserijbedrijf van Europa.

Onder de paraplu van de PP Groep hangen 120 dochterbedrijven en deelnemingen in bijna twintig landen. Het bedrijf vist met meer dan vijftig schepen, verwerkt vis in tien fabrieken van Faeröer tot Madagaskar en verhandelt vis via meerdere groothandels en distributiebedrijven. PP heeft zijn eigen koel- en vrieshuizen, maar ook bedrijven als een scheepsagentschap en een firma die plastic bakken voor verse vis verhuurt. Niet al die schepen en dochterbedrijven zijn volledig eigendom van PP. In veel ondernemingen hebben de Katwijkers een minderheidsbelang. Andere zijn joint-ventures: voor de helft van PP, voor de helft van een (buitenlandse) partner.

De snelle groei van PP heeft een prijs. Kleine vissers beklagen zich over de macht over de visrechten van grote rederijen. NGO's waarschuwen voor de ecologische gevolgen van de grote visserijbedrijven die met hun megatrawlers de zee leeg zouden vissen, juristen zetten vraagtekens bij de lobbymacht van het bedrijf. Hebben zij een punt? Of is hier sprake van briljant ondernemerschap van twee Katwijkse families? Het Leidsch Dagblad en onderzoekscollectief Spit zochten het uit.

[.c-highlighted]Oude vrachtwagen[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

De bedrijfsgeschiedenis van PP leest als een jongensboek. Met 50 gulden handelsgeld en een oude vrachtwagen beginnen de broers Dirk en Jan van der Plas en hun zwager Dirk Parlevliet in 1949 een haringhandel. Ze kopen vis in Katwijk, die ze in Amsterdam en Zwolle aan de man brengen. Een onderneming die beide families in de Quote 500 zal doen belanden. ,,Mijn vader zag ik bijna nooit", zegt Diek Parlevliet. ,,Altijd aan het werk."

Vissers zijn de Parlevlieten en Van der Plassen zelf niet. PP is een handelsbedrijf. Om minder afhankelijk te zijn van de aanvoer van vis door derden, laten de ondernemers in de jaren zestig wel twee schepen bouwen. De Jan Maria en de Annie Hillina - vernoemd naar de oprichters en hun echtgenotes - zijn de eerste schepen in de PP-vloot.

Met de zaken gaat het in de jaren zeventig goed, maar met de visstand in de Noordzee een stuk minder. Om de haringstand te beschermen voert de overheid een vangstverbod in. Dat lijkt een ramp voor PP, dat zich in haring heeft gespecialiseerd. Maar de stop op de haringvisserij blijkt juist een eerste stap naar succes.

In plaats van op haring, gaan de PP-trawlers op makreel vissen. Het grootste probleem is de afzetmarkt. Waar verkoop je makreel? De Russen hebben daar in de jaren zeventig al ervaring mee in Afrika. En dus togen ook de Nederlandse reders naar dat continent. Met hulp van de ambassade zoeken ze in Ivoorkust naar klanten. Al snel krijgt PP ook in andere Afrikaanse landen voet aan de grond. Tegenwoordig is Afrika de grootste afzetmarkt voor het Katwijkse bedrijf.

[.c-highlighted]Quotakoningen[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

De slechte visstand eind jaren zeventig leidt tot nog meer beperkingen voor de visserij. Opnieuw tovert PP dat nadeel om in een voordeel. Begin jaren tachtig spreken de EU-landen voor meerdere soorten vis vangstbeperkingen af: er komen quota. Die visrechten worden verdeeld onder vissers op basis van hun historische vangsten. Ze hoeven er niets voor te betalen.

Al snel ontstaat er een levendige handel in quota, beschrijft jurist Martin Schilder in zijn recent verschenen proefschrift over verhandelbare visserijrechten. ,,Sommige vissers met een klein quotum krijgen hun bedrijf niet rendabel en verkopen hun vangstrechten aan reders met grote schepen. Anderen verhuren hun quota aan collega's." Ook blijken de visrechten prima dienst te kunnen doen als onderpand bij de bank voor een zakelijke lening.

PP ziet de enorme kansen. De Katwijkers kopen kleinere bedrijven op. En als er in Nederland niet genoeg vangstrechten voor haring meer zijn, brengt PP een aantal trawlers onder Duitse vlag. Duitsland heeft nog wel quota, maar geen schepen om de vis te vangen.

Ook in het Verenigd Koninkrijk krijgen Nederlandse vissers voet aan de grond. In tegenstelling tot de innovatieve ondernemers uit Katwijk, gooien veel Engelse vissers na de haringstop in de jaren zeventig het bijltje erbij neer. Onder andere Nederlandse bedrijven kopen hun quota op als langetermijninvestering.

,,In de visserij draait alles om quota", beaamt Diek Parlevliet. Hoe je daaraan komt? ,,Overnames. Je koopt de bv, inclusief de mensen, de schepen en de quota." Inmiddels heeft PP schepen onder meer dan tien vlaggen varen en bezit het bedrijf quota over de hele wereld. Eind jaren negentig zei een oud-medewerker al eens in het Leidsch Dagblad: ,,Het klinkt gek, maar we zijn juist groter geworden door de vangstquota."

[.c-highlighted]Niet te duur[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Naast het beschermen van de visstand klinken in het EU-visserijbeleid de idealen van na de Tweede Wereldoorlog door: nooit meer honger en nooit meer armoede. Vis mag voor de consument niet te duur zijn, en de visserman moet er een goede boterham aan kunnen verdienen. Grootschaligheid en efficiency worden gezien als het antwoord daarop. Brussel verstrekt in de loop der jaren vele miljoenen subsidies voor de bouw van moderne vriestrawlers en koelhuizen. Ook op dat vlak heeft PP de antennes perfect afgesteld.

Onderzoeksbureau Profundo zette tien jaar geleden voor Greenpeace op een rijtje wat dat Brusselse beleid de Nederlandse reders opleverde: Tussen 1994 en 2011 ontving PP zo'n 40 miljoen euro subsidie voor de bouw van trawlers en fabrieken. De kleine vissers die achterblijven, worden weggeconcurreerd en hun quota wordt opgekocht.

,,Het EU-beleid doet zijn werk", analyseert Maarten Bavinck, hoogleraar visserijbeheer aan de Universiteit van Amsterdam. ,,De visserij wordt beter gemanaged en is efficiënter geworden." Daar zit een keerzijde aan. ,,Het is ook: the winner takes it all. Er gaan visserijgemeenschappen verloren. In korte tijd is er een soort aristocratie ontstaan. Weggegeven eigenlijk."

Dat zegt ook Jeppe Höst, een Deense wetenschapper die onderzoek doet naar de handel in visserijquota. ,,Overal waar die systemen met verhandelbare visrechten in privaat eigendom zijn ingevoerd, zie je een concentratie ontstaan. Je krijgt quotakoningen die alles bezitten. Voor kleine vissers blijft er weinig over."

,,Voor ons is het lastiger geworden", bevestigt een Noordzeevisser die werkt voor een klein familiebedrijf, die liever anoniem blijft, omdat hij in de quotahandel afhankelijk is van grote spelers als PP. ,,Quota moeten wij huren. We komen wel uit de kosten, maar er blijft geen geld over om te investeren in bijvoorbeeld een moderner schip." Dat maakt het voor jonge generaties weinig interessant om het familiebedrijf over te nemen.

[.c-highlighted]Weerstand[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Die ontwikkeling van quotaconcentratie stuit op weerstand. Op 22 september 2021 vaart een bonte vloot van kleine visserschepen de Thames op, richting Westminster om aandacht te vragen van de Britse politiek. Martin Yorwarth uit het Zuid-Engelse Newhaven vaart met zijn scheepjes Sarah Jane en Jessie Alice mee in de optocht naar Londen. ,,Mijn klanten willen verse vis van dichtbij, duurzaam gevangen. Maar de quota zijn in handen van industriële visserijbedrijven. Zij zien visrechten als een belegging, als beurshandel. Hun drijfveer is hebzucht."

Nog zorgwekkender dan de quota vinden de kleine Engelse vissers de overbevissing door grote diepvriestrawlers als die van PP. ,,Ze zeggen dat het duurzaam is", zegt Yorwarth. ,,En ze beroepen zich op de wetenschap. Maar het wetenschappelijk onderzoek naar de visstand is gericht op hoeveel je maximaal uit de zee kunt halen, het staat in dienst van de grote, machtige partijen. Wij zien een groot verschil tussen het wetenschappelijk onderzoek naar de visstand en de realiteit op zee. We vangen simpelweg veel minder vis dan vroeger."

De actie in Londen wordt ondersteund door Greenpeace. Onder de noemer Operation Ocean Witness heeft de NGO foto's en video's gemaakt van industriële schepen die vissen in het Kanaal. De grote trawlers van PP lenen zich uitstekend voor de boodschap die Greenpeace wil uitdragen.

Het is niet voor het eerst dat PP te maken krijgt met weerstand. Eind jaren negentig stond de Amerikaanse vissersplaats Gloucester op z'n achterste benen toen Parlevliet & Van der Plas aankondigde er voor de kust van New England op haring en makreel te komen vissen. Met spoed kwam er een wet die buitenlandse vissers de Amerikaanse wateren uitjoeg. Ook in Australië liep PP een blauwtje toen de politiek na luid protest van NGO's een streep haalde door de visserijplannen bij Tasmanië. Vorig jaar liepen Franse vissers in een begrafenisstoet door de Bretonse kustplaats Concarneau om hun vak 'ten grave te dragen': onmogelijk gemaakt door de industriële trawlers, met het IJmuidense Cornelis Vrolijk als kop van Jut.

Diek Parlevliet reageert: ,,Al die NGO's beschuldigen ons dat wij kleine vissers brood uit de mond stoten. Maar die Franse vissers kunnen niet eens op haring vissen of horsmakreel. Daar verdienen ze niets aan. Die vissen coquilles Saint-Jacques, daar zit veel meer geld in."

In het Verenigd Koninkrijk bezit PP geen quota die kleine vissers gebruiken, benadrukt het bedrijf. Wel vist PP met Nederlandse en Duitse quota op haring in het Kanaal. Ook in Afrika mijdt PP wateren waar lokale vissers op dezelfde soorten azen als PP. ,,In Senegal zijn veel artisanale vissers die op sardinella vissen. Daar beginnen niet aan, wij willen hen niet in de weg zitten."

[.c-highlighted]Sterke lobby[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Als een handvol bemoste rotsen liggen ze in de Atlantische Oceaan tussen Noorwegen en IJsland: de Faeröer eilanden. Voor Parlevliet & Van der Plas een strategisch belangrijke plek. Het minilandje telt 50.000 inwoners maar heeft door zijn ligging zeggenschap over een enorm oppervlak aan visrijke wateren. PP bezit er minderheidsbelangen in een trits schepen, bedrijven met visrechten en twee fabrieken.

Uitgerekend op die strategisch belangrijke eilandengroep neemt de politiek in 2017 een wet aan om PP's visrechten te onteigenen. In een poging de 'privatisering' van de visrechten terug te draaien, verbiedt het land buitenlandse ondernemingen om aandelen te houden in visserijbedrijven. Het belang van PP in een Faeröerse visserijbedrijf zou terug moeten van 33 naar 0 procent. Quota worden onteigend en genationaliseerd. Vissers kunnen in de toekomst quota krijgen via een veiling.

Maar dat is buiten de lobby van PP gerekend. Via de ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken zet het bedrijf stevig druk op de Faeröerse regering om de wet van tafel te krijgen, blijkt uit stukken die Leidsch Dagblad en Spit kregen via een WOB-procedure. Op de loonlijst van PP staat adviseur Niek-Jan van Kesteren, oud-voorman van werkgeversorganisatie VNO-NCW, CDA-senator en vertrouweling van Mark Rutte. Op 10 juni 2017 spreekt hij Rutte. De premier zegt Van Kesteren toe persoonlijk contact op te nemen met de Faeröerse premier. Op 21 juni 2017 belt Rutte naar zijn ambtgenoot in Tórshavn. Volgens oud-visserijminister Høgni Hoydal dreigt Rutte het de Faeröer lastig te maken bij de onderhandelingen over een nieuw handelsverdrag met de EU als de visserijwet niet van tafel gaat.

Of dat echt zo ging, is onduidelijk. Het ministerie van Algemene Zaken weigert vooralsnog Rutte's spreeknotities openbaar te maken. Rutte zei eerder in de beantwoording op Kamervragen over de kwestie dat er niet gedreigd is, maar dat 'de optie is genoemd om de kwestie op Europees niveau te bespreken'.

[.c-highlighted]Onteigend[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

De inspanningen hebben effect. 'Het Faeröerse parlement is gisteren onverrichter zake met reces vertrokken en het door ons bestreden voorstel voor nieuwe visserijwetgeving heeft het niet gehaald', mailt de ambassadeur in Kopenhagen twee weken later. In de cc staan zeker twintig ambtenaren die zich ermee hebben beziggehouden. 'Dat is fantastisch nieuws', luidt een van de reacties. De vreugde is van korte duur. De wet werd later alsnog aangenomen, zij het met vertraging. Vanaf 2030 kunnen de bedrijven van PP onteigend worden.

De WOB-stukken roepen de vraag op of het wel de taak is van de Nederlandse overheid om zich te bemoeien met wetgevingsprocessen in andere landen, enkel voor het private belang van het Quote-500-familiebedrijf Parlevliet & Van der Plas. Is de lobbymacht van PP niet té groot? Diek Parlevliet vindt het niet meer dan normaal. ,,De overheid moet opkomen voor Nederlandse handelsbelangen Wij hebben daar toch een hoop geld in geïnvesteerd?"

Er is ook kritiek op de nauwe banden tussen de Haagse ministeries en PP. In zijn recente proefschrift over verhandelbare visrechten constateert jurist Martin Schilder dat door de handel in quota een elite is ontstaan die de macht heeft binnen de producentenorganisaties, waarin vissers samenwerken. De invloed op het ministerie is daardoor groot. ,,Het overheidsbeleid is responsief", legt Schilder uit. ,,Dat wil zeggen dat het ministerie vooral reageert op de ontwikkelingen in de sector, en niet zelf actief beleid maakt." Het gevolg is dat het ministerie zich vereenzelvigt met de grote spelers. ,,Ze denken dat het belang van PP ook het belang van dé visserij is."

[.c-highlighted]Alleen de rente[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Is het the winner takes it all in de visserij? Zijn de grote vriestrawlers een bedreiging voor de zeeën? Nee, zegt Diek Parlevliet. Hij herkent zich totaal niet in de kritiek op zijn bedrijf. ,,Er zijn zat kleine vissers die een prima boterham verdienen. Wij vissen op soorten die over het algemeen niet door kleine vissers worden gevangen. Zij hebben er de schepen niet voor. Soorten als haring, makreel en blauwe wijting zijn erg goedkoop, die moet je in grote hoeveelheden vangen, anders levert het te weinig op."

Vandaar ook de grote vriestrawlers. ,,Onze schepen hebben veel opslagruimte en een verwerkingsfabriek aan boord. Daarom zijn ze zo groot. De kritiek van NGO's is niet terecht. Zij gebruiken het beeld van grote trawlers voor hun eigen politieke doelen, en het binnenhalen van leden."

PP heeft er geen enkel belang bij om de zeeën leeg te vissen, zegt Parlevliet. ,,Ik heb negen kleinkinderen, Ik wil dat zij ook in de visserij kunnen werken later. Daarom vissen we alleen de rente op uit de zee. Het kapitaal laten we zitten."

Het klinkt gek, maar we zijn juist groter geworden door de vangstquota.

[.c-highlighted]Vind je dit een goed onderzoek?[.c-highlight-yellow][.c-highlight-yellow][.c-highlighted]

Steun ons dan!

Wij werken effectief; er is geen directie of duur kantoorpand. Ondanks dat blijft onderzoeksjournalistiek kostbaar. Research kan maanden in beslag nemen en dan nog is het eindresultaat onzeker. Wij kunnen jouw financiële bijdrage (klein of groot) dus goed gebruiken.

Doneer via deze link

Bron:

Bron:

Bron:

Meer dossiers