Hoe de overheid een gifbeker kan legen in de natuur en ermee wegkomt

Parcival Weijnen

28/9/2019

Al vijftien jaar lang belooft de provincie de oevers van de Meeslouwerplas langs de A4 te verstevigen. Dat gebeurt met bagger. Eén van die ladingen is sterk vervuild met arseen. Dat wist het waterschap.

Langs de A4, aan de rand van het groene hart en tegen Voorschoten, ligt de Meeslouwerplas. Op een zomerdag in 2012 ligt de plas er rustig bij, in de schaduw van een bepakt wolkendek. Langzaam vaart een groot beunschip onder een brug door, naar de plas toe. De lading: 4600 kuub bagger (zo’n 250 grote vrachtwagens). Via een stortkoker komt de bagger op de bodem van de plas terecht.

Met het schip is iets aan de hand. Het is vanaf het Aarkanaal tot aan de plas gevolgd door politie Haaglanden. Voordat het schip de grond mocht storten, is het zelfs tegengehouden, zodat de politie de papieren van de bagger kon controleren. Achteraf staat in een mail van politie Haaglanden aan betrokkenen: ‘De politie heeft geconstateerd dat het gevolgde schip geladen is in vak 21 & vak 22 van het Aarkanaal’.

In die vakken zat echter bagger met een hoger gehalte aan arseen dan toegestaan in de plas. Arseen of arsenicum is in hoge gehaltes een uiterst giftige stof, en werd zelfs door de Romeinse keizer Nero al gebruikt om zijn tegenstanders uit te schakelen. Hoe kon die daar terechtkomen? Spit, Follow the Money en Zembla zochten het uit.

In de beginjaren van deze eeuw kampen zowel de provincie Zuid-Holland als de Koninklijke BAM Groep met een probleem: de provincie zit met een zandwinner die de wet overtreedt, de BAM Groep met een grondoverschot.

Vooral de provincie Zuid-Holland zit met de handen in het haar. Die heeft jarenlang niet goed gehandhaafd op zandwinning in de Meeslouwerplas, een lucratieve activiteit die toen op verschillende plaatsen in Nederland plaatsvond. Door het gebrekkige toezicht kon zandwinner Rijnland BV bij de Meeslouwerplas de oevers veel te steil afgraven, en meer zand uit de plas halen dan was afgesproken. Ook kon de zandwinner zeker een jaar langer doorgaan dan waar hij een vergunning voor had, blijkt uit een mail in handen van Follow the Money. De provincie greep veel te laat in, zegt zij in een verklaring

In de omgeving van de Meeslouwerplas, nog geen 100 meter van de oevers van de plas vandaan, wonen Sonja Noot en haar man Ed Krijgsman. Samen met enkele andere betrokkenen uit de omgeving hebben zij een vereniging opgericht, de Vrienden van Vlietland, om op te komen voor de belangen van het gebied.

In hun huis, een mooie gerenoveerde boerderij waarin het licht langs alle kanten naar binnen valt, komt de vereniging soms samen met andere milieuverenigingen. Sonja Noot laat de plek zien waar het voor haar allemaal begon, in augustus 1991. Via haar tuin, langs een loopplankje de sloot over, door het hoge gras, naar de oevers van de Meeslouwerplas. Er staat een bordje: ‘Gevaarlijke oever, niet betreden’. Het is overwoekerd.

‘Hier gingen we altijd wandelen met de honden, het was een leuk rondje,’ vertelt Noot, terwijl ze met haar hand de route aanwijst. Langs de Meeslouwerplas, over de dijk in het noordwestelijke gedeelte, en dan langs de andere kant van de plas weer terug naar huis. Tot ze op die beruchte dag in augustus 1991 verbijsterd moest vaststellen dat de dijk ineens was verdwenen. ‘150 meter dijk van de ene op de andere dag het water in,’ zegt Noot, nog steeds verbaasd.

Die dijk verdwijnt in het water als gevolg van verkeerde, illegale zandwinning. Lange tijd ontkent de provincie dat er iets aan de hand is. Rond 2004 moet ook de provincie toegeven dat het goed mis is: de gevaarlijke delen van de oever werden afgezet met hekken en beplant met waarschuwingsborden.

Ed Krijgsman: ‘Het heeft lang geduurd voordat de provincie enigszins openheid van zaken gaf over hoe onveilig het was. Aanvankelijk vertelde ze ons dat het een natuurverschijnsel moest zijn geweest. We zijn toen naar de pers gestapt met het verhaal dat we onze fotoboeken voor de zekerheid boven waterniveau hadden gelegd. Onze buren bonden hun bootjes aan regenpijpen in de tuin. Onze woningen liggen onder boezempeil en lopen bij een dijkdoorbraak of oeverval onder water. Er was dan ook veel angst dat de dijk achter onze huizen het ook zou begeven.’

De provincie moest dus op zoek naar een mogelijkheid om de oevers weer stabiel te maken. Het toeval wilde dat de Koninklijke BAM Groep door verschillende bouwprojecten in de buurt opgezadeld zat met een groot overschot aan licht vervuilde grond. Zo veel dat het die soms helemaal met vrachtwagens naar plassen/meren in Friesland moesten vervoeren, al snel zo’n 130 kilometer verder.  

‘Dat was een ontzettend dure oplossing voor ze,’ zegt Wim ter Keurs, van 1978 tot 2003 hoofd milieubiologie van de Universiteit Leiden en sinds jaar en dag betrokken bij drie natuurbeschermingsorganisaties van Vlietland. ‘Ik ben de ontwerper van een plas die hier iets verderop ligt: Vogelplas Starrevaart. Bezoekers van dat gebied klaagden daar altijd over de enorme herrie die van de A4 afkomt. Wij hadden daarom een plan ingediend om er een geluidsscherm te plaatsen. Tijdens een bijeenkomst over dat plan kreeg ik te horen dat BAM zijn oog had laten vallen op de Meeslouwerplas, om die te verondiepen. Zodat het zijn grond goedkoper kwijt kon.’

Ter Keurs zorgde er vervolgens hoogstpersoonlijk voor dat de provincie en enkele bedrijven, waaronder BAM, met elkaar om tafel gingen om een oplossing te bedenken voor de grond en de oevers. Als derde partij sloten de (natuur)verenigingen uit de omgeving aan, vertegenwoordigd in de persoon van Ter Keurs.

De provincie deed daarop een aanbesteding voor het project, die BAM won. In 2009 kwamen de drie partijen tot een ogenschijnlijk mooi akkoord. BAM mocht grond en bagger van derden accepteren voor in de plas en kon daar zelf een prijs voor rekenen. Een deel van die opbrengst zou BAM aan de provincie afstaan, onder andere voor de constructie van de geluidswal, die de natuurverenigingen zo graag wilden.

Bijna tien jaar later is er van die plannen nog niets gerealiseerd. De grond zit in de plas, maar de oevers zijn nog steeds instabiel. Ook de geluidswal is er nog niet. Wat is daar gebeurd?

De grond die in de Meeslouwerplas is gestort om de oevers stabiel te maken, bleek vooral geschikt voor het verondiepen van de plas. 99 procent van de aangevoerde grond in de plas was bagger, in plaats van stevige grond. ‘Alsof je vla in een diep bord stort. Voor oeverherstel heb je er niks aan,’ zegt Ter Keurs.

In het contract tussen de provincie, het grondbedrijf en de natuurverenigingen zat een adder onder het gras. De provincie en BAM konden, als de markt daar aanleiding toe gaf, het contract wijzigen buiten de derde juridische partij, de natuurverenigingen, om. Deze verenigingen kregen van de provincie slechts een samenvatting van het contract. De natuurverenigingen zaten alleen in dat contract ‘vanwege kwaliteitsprojecten’, was het argument, zoals natuurvriendelijke oevers en de geluidswal. Bij de overige afspraken waren ze geen partij. ‘Het basiscontract is afgesloten tussen de provincie en BAM. Daarom zijn zij ook gerechtigd het contract aan te passen,’ aldus een woordvoerder.

Pas in 2016, zeven jaar later, krijgen de natuurverenigingen het volledige contract te zien. Nadat het gerucht ging dat ze iets misten, deden de verenigingen een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. ‘Naar dat volledige contract hadden wij, de natuurverenigingen dus, in het begin moeten vragen, zei een advocaat van de provincie tegen ons. We hadden moeten vragen of we alle informatie hadden gekregen,’ aldus Sonja Noot.

Je gaat toch niet vragen: en, hebben jullie nog iets achtergehouden?

Krankzinnig, oordeelt oud-Provinciale Statenlid Bart Vermeulen, die jarenlang dit dossier vanuit de Staten volgde. ‘Je gaat toch niet vragen: En, hebben jullie nog iets achtergehouden?’ Van wat er daarna gebeurde, staat Vermeulen nog steeds versteld. Zonder medeweten van de natuurverenigingen wijzigden de provincie en BAM het contract. In die nieuwe afspraken hebben zij de verplichting een geluidswal te maken van tafel geveegd.

‘In die eerste overeenkomst met BAM staat dat de derden betrokken moeten worden bij de dingen die voor hen belangrijk zijn,’ zegt Vermeulen. ‘In de nieuwe overeenkomst gooien BAM en de provincie die dingen er gewoon uit. Als de verenigingen naar de rechter gaan, denk ik dat ze misschien wel winnen. Het is de vraag hoe lang ze dat volhouden, tegen een provincie die met belastinggeld langdurig kan procederen.’

‘Wij zijn naïef geweest,’ zegt Wim ter Keurs. ‘We dachten dat de afspraken duidelijk waren en dat we met respect behandeld werden.’ Hij voelt zich door het grondbedrijf gebruikt: voor BAM was hij de ingang naar de provincie en zo ook tot de opdracht tot verondieping van de Meeslouwerplas. ‘De oevers zijn nog even onveilig als 25 jaar geleden en hebben we er een probleem bij gekregen. BAM mocht de verwerking van grond en bagger in de Meeslouwerplas regelen en kon aanbieders van grond en bagger daar een prijs voor rekenen. Tijdens het tekenen van het contract zijn er normen gesteld voor de grond. De waarden in die grond mochten daar niet boven liggen.’

Op papier lijkt het goed geregeld

In zeker één lading zat al meer van iets dan er in mocht: arseen. Van tevoren was duidelijk gemeld dat de bagger uit bepaalde vakken van het Aarkanaal, waar een te hoog gehalte aan arseen in zat, niet in de Meeslouwerplas terecht mocht komen. Dat gebeurde toch. In een besprekingsverslag van het hoogheemraadschap van Rijnland over deze kwestie, van juli 2012, wordt dat gegooid op een miscommunicatie. ‘Op papier lijkt alles goed geregeld te zijn. [...] Echter de communicatie naar elkaar was niet goed [...]. BAM, Grondstoffenbank Zuid Holland en PZH Den Haag hebben de aannemer en toezichthouders voorafgaand aan het transport niet gewezen op de vakken die zijn uitgezonderd van transport naar de Meeslouwerplas.’

Daarbovenop zou de exacte herkomst van de bagger niet op de meegestuurde formulieren zijn vermeld, waardoor BAM bij ontvangst niet goed kon controleren.

De politie heeft gevraagd of er een toezichthouder ter plaatse kon komen om de controle uit te voeren

Alsof dat allemaal niet erg genoeg is, geeft de politie een andere verklaring aan Spit, Follow the Money en Zembla over waarom de vracht met arseen in die plas terechtkwam. Uit die verklaring blijkt dat de politie voor het volgen van het schip met arseen al vermoedens had dat vervuilde bagger in de Meeslouwerplas werd gestort, onder andere door papieren die ze had opgevraagd en door het verhoren van een directe betrokkene. De politie heeft vervolgens naar eigen zeggen meteen contact opgenomen met het Hoogheemraadschap Rijnland, in dit geval het bevoegde gezag. ‘De politie heeft [aan het Hoogheemraadschap] gevraagd of er een toezichthouder ter plaatse kon komen om samen met de politie de controle uit te voeren,’ zo laat een woordvoerder weten. ‘Ook heeft de politie gevraagd om een stortverbod af te geven aan de schipper. Kort daarna heeft het Hoogheemraadschap aan de politie laten weten dat de bagger wat door het schip vervoerd werd, wel voldeed aan de eisen en dat zij daarom niet ter plaatse ging komen.’

Toch wordt na dit incident het werk tijdelijk stilgelegd. Op 19 juli 2012 volgen nieuwe afspraken, waarin vanaf dan voor alle partijen duidelijk is welke grond en bagger wel de Meeslouwerplas in mag en welke niet. Of er nog andere vervuiling in de plas is beland, is onbekend. BAM neemt wel iedere maand watermonsters, waaruit volgens het bedrijf onder andere blijkt dat ‘de meetwaarden van arseen ruimschoots onder de door het hoogheemraadschap gestelde signaalwaarden liggen’.

Toen de geluidswal uit de afspraken tussen BAM en de provincie verdween, besloten de natuurverenigingen het heft in handen te nemen. Sonja Noot, Ed Krijgsman en Wim ter Keurs namen met enkele andere betrokkenen via crowdfunding een advocaat in de arm. Die maakte een overzichtelijk verslag van de juridische positie van de natuurverenigingen.

Vanaf dat moment kwam ook de politiek in actie. In februari 2019 besloten de Provinciale Staten-leden van Zuid-Holland unaniem om de geluidswal toch weer aan de lijst met afspraken toe te voegen.

Nu pas lijkt er schot te komen in de vijftien jaar oude belofte van de provincie om aan het stabiliseren van de oevers de hoogste prioriteit te geven. Er liggen afspraken om de oevers te stabiliseren met zand dat vrijkomt bij het uitgraven van een tunnel voor de aanleg van de Rijnlandroute. Maar afspraken met de provincie zijn boterzacht, weet Sonja Noot inmiddels. ‘We zijn door schade en schande wijs geworden, wij geloven pas dat het goed gaat als het klaar is,’ zegt ze.

Meer bewoners denken zo, al stemmen de huidige afspraken wel tot enige tevredenheid.  Maar wat ze echt willen, is beter toezicht en onafhankelijk onderzoek naar wat er allemaal in de plas ligt. Sinds kort ligt op de oevers van de plas namelijk een laag piepschuim, verspreid over de hele oeverlijn. Die lijkt niet van recreanten afkomstig te zijn, aldus de Vereniging Vrienden van Vlietland. Daarvoor ligt er te veel, en ook een gedeelte bij de spuitmond van de bagger. ‘Daarom denken we dat het van de bagger afkomstig is,’ aldus de vereniging.

De provincie laat in een reactie aan Follow the Money en Spit weten dat ze op de hoogte is van het piepschuim: ‘Samen met Staatsbosbeheer onderzoeken we de herkomst ervan. Daarnaast zal er binnenkort een opruimactie worden opgestart.’

Na jarenlang niet voldoende te hebben gehandhaafd, zit de provincie dus nog altijd in de maag met een zelf gecreëerd probleem. Grond accepteren van derden om de instabiele oevers te verstevigen, bleek niet de oplossing. Integendeel, door twijfelachtig toezicht kon vervuilde grond in de Meeslouwerplas terechtkomen.

Maar de Meeslouwerplas is zeker niet de enige casus waar blijkt dat het toezicht in de bodemwereld tekortschiet. Follow the Money en Spit spraken met toezichthouders, experts en mensen uit het veld en beleidsmakers, en trekken in een bredere analyse de conclusie dat de geplande decentralisatie en deregulering in de bodemwereld het toezicht niet zal helpen, integendeel. ‘Gemeenten hebben te weinig kennis en kunde om goed toezicht te houden. De kans is daarmee groot dat de problemen rondom vervuilde grond in de toekomst alleen maar zullen toenemen,’ is de teneur. Lees deze analyse volgende week op ftm.nl.

Dit gezamenlijk onderzoek van Follow the Money, Spit en Zembla is mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek.

Bron:

Bron:

Bron:

Meer dossiers