10%

Nieuwbouwplan verscheurt Pompenburgflat

Door: Bram Logger en Parcival Weijnen
Beeld: Gijs Kast en Joke Schot

Aan het Hofplein verrijst RISE, de hoogste woontoren van Europa. De sociale huurflat Pompenburg moet daarvoor worden gesloopt. De ooit zo harmonieuze sfeer in het karakteristieke wooncomplex is om te snijden. Maar komt die nieuwe toren er wel? Volgens experts kleven er veel risico’s aan het project, dat bovendien veel minder betaalbare woningen oplevert dan wordt voorgeschoteld.

“Dit wordt onze laatste woning, dachten we twaalf jaar geleden. Hier willen we worden uitgedragen. Helaas, Havensteder besloot anders. In het najaar van 2019 lazen we in de krant dat ze ons appartement gaan slopen.” Helmuth Tjemmes (80) zit op de driezitsbank in zijn woonkamer op de vijfde verdieping van De Pompenburgflat. Naast hem staat een enorme porseleinen hond. Tegen de wanden staan boekenkasten met het werk van zijn overleden vrouw, die vertaalster was.

Het sociale woningbouwcomplex de Pompenburg is een U-vormige flat met 226 huurwoningen en een binnentuin. Het betegelde pand, ontworpen door de vermaarde architect Carel Weeber, staat in het centrum van Rotterdam, pal aan het Hofplein. Het is krap veertig jaar oud en werd in 2019 nog voor 3,7 miljoen euro opgeknapt door woningcorporatie Havensteder. Sindsdien heeft het energielabel A.

Helmuth Tjemmes met zijn huidige vrouw

Met de Pompenburg is weinig loos: De appartementen zijn energiezuinig, de bewoners tevreden, de huren laag. “Waarom dan toch slopen?”, vraagt Tjemmes zich af. Met een aantal medebewoners richtte hij actiegroep Behoud Pompenburg op. Ze hangen plakkaten op met de tekst: “Sloop ons niet". Ze organiseren bijeenkomsten en doen onderzoek. “En, als het moet, sta ik met mijn rollator op de barricades. We gaan er tegenin”, zegt hij strijdbaar.

Veel illusies maakt hij zich daarbij niet. “De gemeente heeft het plan al goedgekeurd.” De flat moet plaatsmaken voor drie gigawoontorens: De Coolsingeltoren van 143 meter, de Weenatoren van 158 meter en de Hofpleintoren van 286 meter, samen goed voor 1477 woningen, een hotel en een gemengde plint met kantoorruimte, winkels en horeca.

De woningen moeten voor de helft in de categorie ‘betaalbaar’ vallen (koopprijzen tot 355.000 euro en huren tot 1040 euro, exclusief servicekosten). Ze worden volgens de wethouder gebouwd voor de vuilnisman en de politieagent. “Mijn zoon is politieagent,” zegt Tjemmes met pretoogjes, “maar die heeft niet het salaris om een woning van duizend euro te huren, hoor.” De zittende huurders van Pompenburg hebben het wat dat betreft beter voor elkaar.

 Zij mogen met behoud van huur verhuizen naar de nieuw te bouwen sociale huurwoningen in de Coolsingeltoren. Tjemmes is bang dat hij dat niet meer zal meemaken. “Twee jaar geleden verhuisden we onze slaapkamer naar de achterkant van de flat, en mijn werkkamer naar de voorkant. Een dag later lag ik in het ziekenhuis. Ik bleek een vergrote hartkamer te hebben en moet uitkijken met stress. Nu is mijn hartslag ook weer veel te hoog.”

Tjemmes snapt dat niet alle Pompenburgers er zo geharnast in staan als hij. “Als je jong bent en je krijgt een splinternieuwe woning aangeboden, hartstikke mooi natuurlijk.” Maar in de Pompenburg zitten veel mensen die daar vanaf de beginjaren wonen. Ouderen die niet op een verhuizing zitten te wachten. Toen de plannen in 2019 aan het licht kwamen, hield Behoud Pompenburg een bewonersenquête: 70% was tegen de sloop.

Of dat nog steeds zo is, is de vraag. Ruim drie jaar van bewonersbijeenkomsten, ambtelijke brieven en onzekerheid hebben de Pompenburgers niet onberoerd gelaten. Ze zijn murw, en het al jaren voortslepende proces leidt tot tweespalt. Waar ze vroeger harmonieus tuinfeesten organiseerden, zijn er nu buren die elkaar in de lift niet meer aankijken. En dan moet de sloop nog beginnen. De verwachte afronding van het project is 2033.

De gemeente kijkt naar het algemeen belang en zegt dat de sloop-nieuwbouw 738 extra betaalbare woningen zal opleveren. Dat klopt niet helemaal. De Pompenburgwoningen die worden gesloopt, moeten daarvan worden afgehaald. En vergeleken met andere scenario’s waarbij woningbouwflat kan blijven staan, gaat het om hooguit 106 extra betaalbare woningen, berekende onderzoekscollectief Spit. Een aantal dat makkelijker, goedkoper en met veel minder klimaatimpact te realiseren is door de Pompenburgflat ‘op te toppen’ (extra woonlagen toevoegen, red), zeggen diverse experts.

Daar komt bij dat uit een analyse van documenten en gesprekken met experts blijkt dat het nieuwbouwplan RISE bol staat van de risico’s. Marktkenners wijzen op de torenhoge bouwprijzen, technische uitdagingen, milieuproblematiek en onzekere markten voor dure huurwoningen, kantoren en hotelkamers. Het werpt de vraag op waarom woningcorporatie Havensteder en de gemeente dan toch zo graag meegaan in de plannen van projectontwikkelaar Red Company. Een reconstructie.

De allure van een Europese topstad
In het najaar van 2018 stapt Nanne de Ru van architectenbureau Red Company met een hoogbouwplan onder zijn arm het stadskantoor van Rotterdam binnen. Hij wil een wolkenkrabber aan het Hofplein bouwen. De afdeling Stadsontwikkeling reageert enthousiast, maar stelt De Ru voor om een bredere ontwikkeling op deze locatie te onderzoeken. Eén die meer betaalbare huizen mogelijk maakt én die past bij de wens om het Hofplein een facelift te geven en er een rechthoekig plein van te maken. Waarom een rechthoekig plein?

Om dat te begrijpen moeten we 15 jaar terug in de tijd. Dan ontstaat bij de gemeente het plan om van Rotterdam een Europese topstad te maken die scoort in de internationale lijstjes. Daarvoor moet de ‘verblijfskwaliteit’ van het centrum omhoog. Meer groen en minder auto’s is het devies. Onder andere het Hofplein, met zijn ‘verouderde kantoorgebouwen en sociale woningbouwcomplex’, moet op de schop en worden omgetoverd in een groen en dynamisch park met een Zuid-Franse sfeer.

Maar dat kan alleen als minimaal een deel van de Pompenburgflat tegen de vlakte gaat. Dat blijkt uit het via een beroep op de Wet Open Overheid verkregen voorstel dat Nanne de Ru doet voor de beantwoording van vragen van een journalist van Follow the Money

Ontwerp van vierkant Hofplein, Juurlink en Geluk

Drie maanden na dat eerste gesprek stapt De Ru andermaal het stadhuis binnen. Ditmaal met een glimmend boek met drie hoogbouwscenario’s: een minimale met iets hogere nieuwbouw dan de bestaande kantoorgebouwen en een basisvariant met meer hoogbouw. Het derde scenario heet ‘Ambitie’ en toont veel hogere torens en, in stippellijntjes, het door de gemeente zo vurig gewenste rechthoekige Hofplein.

 “Dat plan is toen ook aan ons voorgelegd”, zegt directeur Strategie Bert Kesselaar van Havensteder. Hij herinnert zich dat de gemeente duidelijk liet blijken de medewerking (aan het ambitieuze scenario, inclusief de sloop van de Pompenburgflat) van Havensteder erg op prijs te stellen. “Omdat ze de bouw van 1.400 woningen mooi kon combineren met het nieuwe Hofplein. Wij zijn daar toen in meegegaan. Er is een enorme behoefte aan woningen. Als maatschappelijke organisatie voelden we ons verantwoordelijk om dat mogelijk te maken”, legt Kesselaar de keuze van Havensteder uit. 

Na groen licht van Havensteder wordt het project omgedoopt tot RISE. Er komt een afsprakenbrief waarin de gemeente haar medewerking toezegt. En al in augustus 2019 ligt er een visiedocument, waarin betrokkenen op het hart wordt gedrukt om “gelet op de consequenties voor de huidige bewoners van Havensteder en commerciële huurders (...) zorgvuldig om te gaan met alle communicatie rondom dit project.” Dat lukt niet helemaal. Twee maanden later, in oktober 2019, staan de plannen al in het AD, nog voordat Havensteder zijn huurders heeft ingelicht. 

“Dat is de omgekeerde volgorde”,  zegt een vertegenwoordiger van bewonersvereniging Delftse Poort, sinds de oplevering in 1984 het orgaan dat namens de Pompenburgers overlegt met Havensteder. Hij wil niet bij naam genoemd worden, omdat de verhoudingen binnen het complex sinds de sloopplannen volledig verzuurd zijn. “Ik ben al eens voor SS’er uitgemaakt, omdat we voorstander van de sloop zouden zijn.”  

Dat klopt niet helemaal. “Onze eerste reactie was ook: Handen af van onze woningen!” Dat verandert na gesprekken met een advocaat. “Die voorspelde dat de bewoners weinig kans maken als de initiatiefnemers het allemaal netjes regelen. Hij adviseerde: ‘Als je er iets uit wilt slepen, moet je met ze aan tafel gaan.’”

“Ik ben al eens voor SS’er uitgemaakt, omdat we voorstander
van de sloop zouden zijn.”  

De Delftse Poort neemt na dat juridisch advies een constructieve houding aan. Met succes. De bewoners bedingen een ruime verhuiskostenvergoeding van bijna €7.000. En alle Pompenburgers kunnen met behoud van huur naar de Coolsingeltoren. Er blijft ook discussie. Zo worden de nieuwe woningen kleiner. Daardoor blijft de huurprijs weliswaar gelijk, maar gaat de vierkantemeterprijs omhoog.  

Bewoner Johan Reijnders is vanaf het begin lid van Delftse Poort. “Ik behoor tot de eerste bewoners en woon hier met veel plezier, maar ik ga graag naar die nieuwe flat. Het liefst zo hoog mogelijk, zodat ik over het stadhuis heen kan kijken.” Reijnders denkt dat de meeste Pompenburgers er zo in staan.

Uit een bewonersenquête van Behoud Pompenburg bleek weliswaar dat 70% tegen sloop was, maar hij heeft zijn bedenkingen bij de betrouwbaarheid daarvan. Reijnders ziet veel miscommunicatie. “Er zijn hier mensen met drie kinderen die denken dat bij de verhuizing een van de kinderen niet meekan. Dan is het niet vreemd dat je tegen de sloop bent. Er zijn echt twee kampen ontstaan: een groep die voor is en een die tegen is.”

Binnenplaats Pompenburgflat

Helmuth Tjemmes heeft dat al ervaren. “Tot een aantal jaren geleden organiseerden wij tuinbijeenkomsten. Dat was altijd hartstikke gezellig. Iedereen bracht wat eten mee en wij zorgden voor de drank. Een tijdje terug was er een bijeenkomst van de bewonersvereniging. Ik wilde daar heen, en uitleggen waarom ik tegen de sloop ben. Ik mocht niet naar binnen van de twee dames bij de deur. Ik was al een keer geweest en ik maakte toch alleen maar stennis. Dat is natuurlijk niet zo leuk.”

Nikki Ootjers

Dat de sfeer binnen het complex is veranderd, ziet ook medebewoonster Nikki Ootjers. Zij kwam zeven jaar geleden in de Pompenburg wonen. Ze trof er een flatgebouw aan met vooral veel oudere bewoners. “Echt dat oude Rotterdamse, mensen die elkaar steunen, in de lift een praatje maken”, vertelt ze op een bankje in de binnentuin. Inmiddels is een deel van die oude bewoners verhuisd, in aanloop naar de sloop. “Daar komen nu jongeren voor in de plaats, op een tijdelijk antikraakcontract. Dat geeft al een heel andere sfeer.”

Risico's
Terwijl de sloopplannen de flatbewoners verdelen en Havensteder voortvarend aan de slag gaat met het verplaatsen van haar huurders, krijgt De Ru in 2021 een tegenslag te verwerken. De grootste financier van het project, investeringsfonds Commonwealth van de steenrijke familie Dreesmann, wil na een financiële doorrekening van de plannen niet verder met de ambitieuze variant van RISE. Ze zouden hooguit verder willen met het alternatieve scenario waarbij de Pompenburg kan blijven staan. In maart 2021 trekt Dreesmann zich terug uit Hofplein Ontwikkel BV die RISE ontwikkelt. De aandelen worden overgedaan aan vastgoedfamilie Albeda Jelgersma, blijkt uit stukken van de Kamer van Koophandel. 

De beslissing van Dreesmann komt niet uit de lucht vallen. Onder kenners van de Rotterdamse vastgoedwereld bestaat dan al langer grote twijfel over de financiële haalbaarheid van RISE. Bouw je hoger dan een verdieping of acht, dan worden de woningen duurder. En naar dure vierkante meters is in de huidige markt weinig vraag. Niet voor niets ligt een flink aantal hoogbouwprojecten stil, waaronder de Glashaventoren. Daarvoor waren te weinig kopers te vinden.

Ook grote beleggers, normaal gesproken de afnemers van grote aantallen appartementen in nieuwbouwprojecten, zijn momenteel terughoudend. Dat heeft alles te maken met de Wet betaalbare huur, die wonen betaalbaar moet houden, maar daarmee ook de rendementen van beleggers onder druk zet. De Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed (IVBN) bijvoorbeeld, laat geen mogelijkheid onbenut om te waarschuwen voor de desastreuze gevolgen van de wet voor investeringen in nieuwe huurwoningen. Die lobby heeft beleggers inmiddels opgeleverd dat ze voor nieuwe huurwoningen 10% Dat ze voor nieuwe huurwoningen 10% meer mogen vragen.

RED Company reageert monter op de door marktkenners geschetste problemen. De financiële haalbaarheid is volgens de ontwikkelaar voldoende onderbouwd. Met aannemers worden gesprekken gevoerd en appartementen die niet verkocht worden, wil REDC zelf gaan verhuren, zo laat het bedrijf aan Spit weten.

Als dat daadwerkelijk gebeurt, krijgt REDC nog een extra pet op: het bedrijf is al architect én ontwikkelaar. Een extra rol als verhuurder is zeer ongebruikelijk. En bovendien risicovol. Normaal zijn ontwikkelaar, architect en verhuurder drie verschillende partijen die elkaar controleren op het aangaan van al te grote financiële avonturen. Valt dat controlemechanisme weg, zoals bij RISE, dan vergroot dat de kans op tunnelvisie.

Risico's van hoogbouw

“REDC was op de hoogte van de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek”, vertelt een betrokkene. ‘Zij waren hier blind voor en zagen de opbrengsten rooskleuriger in. De risico’s zijn genegeerd.” Dat blijkt ook uit de jaarrekeningen van Hofplein Ontwikkel BV. Daarin is inmiddels €60 miljoen schuld opgebouwd, deels aan RED Company zelf. 

In oktober 2021 stelt de gemeenteraad de Nota van Uitgangspunten vast. Wel met een voorwaarde: het plan kan doorgang vinden als minimaal de helft van de woningen in de categorie betaalbaar valt. Emeritus hoogleraar huisvesting André Thomsen vindt het onbegrijpelijk. “We leven in een bouw-, milieu- en wooncrisis. Dan ga je als woningcorporatie toch geen 226 betaalbare woningen in goede staat opofferen? Dat is maatschappelijk gezien alleen te rechtvaardigen als je met de nieuwbouw het aantal betaalbare woningen minimaal verdubbelt.” Dat is bij RISE zeker niet het geval: de sloop levert, ten opzichte van het scenario met alleen de grote toren (en behoud van Pompenburg) slechts 106 betaalbare woningen meer op .

De sloop levert slechts 106 betaalbare woningen meer op

Dat aantal is volgens Thomsen ook te behalen door met houtskeletbouw twee of drie verdiepingen boven op de Pompenburg te zetten. Dat is veel goedkoper, minder milieubelastend en minder ontwrichtend voor de bewoners. Ook architect Marc Ibelings ziet veel meer mogelijkheden met het ‘optoppen’ van het bestaande complex. Hij bouwde met de Karel Doorman eerder 114 nieuwe woningen boven op een bestaand pand aan de Lijnbaan. “In een quickscan met de constructeur van de Karel Doorman kwamen we erop uit dat de Pompenburg opgetopt kan worden met minstens 14 verdiepingen. Je behoudt dan de sociale woningen op deze plek en voegt luxe appartementen erboven toe. Zo verdicht je de stad sociaal en duurzaam.” Ook adviseurs van de familie Dreesmann, de inmiddels uitgestapte investeerder achter RISE, adviseerden eind 2020 om nog eens te kijken naar de ‘optop-optie’, met behoud van Pompenburg, blijkt uit correspondentie in handen van Spit. 

Van de twijfels bij experts hebben de Pompenburgers geen weet. Volgens bewoonster Nikki Ootjers hebben de meeste bewoners zich al bij de sloop neergelegd. “Het speelt al zo lang nu. Mensen zijn afgestompt. Ze wachten af, en weten niet meer wat ze er nog tegen kunnen doen.” Dat er een kans is dat het hele RISE-project niet doorgaat - bijvoorbeeld wanneer net als bij de Glashaventoren er te weinig kopers zijn te vinden - verbaast haar. “Dat is helemaal wrang voor de mensen die al verhuisd zijn. Dan zit je in Capelle, en kun je nooit meer terug. Voor niets.”

“Ik wil een simpel leven leiden, niet te veel gedoe. Ik heb mijn leven teruggebracht tot kleine oppervlaktes”,  zegt een 78-jarige Pompenburgbewoner. “Mijn hobby: de bloemen op het balkon.” Maar de sloopplannen hebben dat rustige bestaan overhoop gegooid. “Iedere keer uitnodigingen voor een gesprek, elke week een brief. Het is psychologische oorlogvoering. Ik kreeg een tijdelijke woning aangeboden in de Cooltower. Prima, dan ga ik daarheen. Ik heb nu nog energie voor zo’n verhuizing. Maar dat ging toen toch weer niet door. Ik weet niet waar ik aan toe ben.”

Ook een andere, ernstig zieke, Pompenburgbewoonster heeft zich er inmiddels bij neergelegd. Ze woont op de benedenverdieping aan de binnentuin met de metershoge, veertig jaar oude plataan. “Ik heb mij in het begin best wel druk gemaakt”, zegt ze gekleed in haar ochtendjas en in onvervalst Rotterdams. Dat had ook te maken met haar buurvrouw die haar als mantelzorger bijstaat. Die raakt ze straks kwijt. Inmiddels heeft ze zich erbij neergelegd. “Ze hebben dat plan nu eenmaal in hun hoofd. Dat hou je niet meer tegen.”

Bouw-, milieu- en wooncrisis
Ze lijkt gelijk te krijgen. In maart 2023 neemt Havensteder het officiële besluit de Pompenburg te slopen. Negen maanden later legt de gemeente, net voor de kerstvakantie, het ontwerpbestemmingsplan ter inzage. Het plan is bijna geheel in lijn met het ambitiedocument van drie jaar terug.

Dat de gemeente ondanks alle kritiek toch doorgaat met RISE, verbaast emeritus hoogleraar Thomsen niet. “Rotterdam wil graag pronken met de hoogste skyline van Nederland, zo niet van Europa. Dat is een ambitie van het stadsbestuur, mede vormgegeven door grote projectontwikkelaars. "Het Nederlandse ontwikkelaarswezen investeert veel in onderzoeken waaruit blijkt hoe belangrijk het is dat citymarketing tot uiting komt via de gebouwde omgeving, " zegt Thomsen. "Zo weten ze bestuurders in hun kamp te krijgen. En daar komt vervolgens niemand meer tussen. De verhoudingen tussen overheid en projectontwikkelaars zijn innig. Het is bijna een mycelium." Er zijn netwerkborrels waar ze elkaar ontmoeten. Het is een collectiviteit waarin tegenspraak al snel wordt weggezet als onzin of stemmingmakerij.”

"De verhoudingen tussen overheid en projectontwikkelaars zijn innig. Het is bijna een mycelium."

Kenners van de markt vergelijken het project RISE daarom met Feyenoord Feyenoord City. Ook daarbij sloten gemeente en projectontwikkelaar de oren voor onderbouwde kritiek, en schaarden zich vierkant achter een nieuwbouwstadion, dat uiteindelijk financieel onhaalbaar bleek. Het plan sneuvelde na vijf jaar en minstens €35 miljoen aan voorbereidende kosten bij de Raad van State.

De verwevenheid waar Thomsen het over heeft, blijkt ook uit de stukken die Spit via een beroep op de Woo ontving. Die schetsen een beeld van een innige samenwerking tussen de gemeente, Havensteder en Red Company, al maanden voordat de Pompenburgbewoners in de krant moesten lezen dat hun huis wel eens gesloopt zou kunnen worden. Dat beperkt zich niet tot zakelijk overleg. Ze komen ook bij elkaar op de borrel.

En bij kritische vragen sluiten ze de gelederen. In een reactie op een motie van de SP in juli 2022 die oproept om de besluitvorming uit te stellen, reageert een medewerker van de gemeente: “Kan me zo voorstellen dat we hier tegen zijn ;)” (inclusief smiley, red.). Vervolgens vraagt hij of er “voor de vorm” nog een “adviesje” kan komen.

In een andere mailwisseling wordt een Follow the Money-journalist weggezet als iemand die er weinig van begrijpt en aan tunnelvisie lijdt. Ook Spit zou daar last van hebben. Blijkens een mail van Havensteder waarin de woningcorporatie onze vragen - die “uit de koker van Behoud Pompenburg” zouden zijn gekomen - alvast doorspeelt aan de gemeente en De Ru. “Om elkaar op de hoogte te houden zodat hetzelfde verhaal wordt verteld.” Niet alleen experts lopen tegen het gesloten bolwerk aan. Burgers doen dat ook. Zo werd bewonerscollectief Recht op de Stad weggezet als een club die goed is “in framing en verdraaien van woorden”. 

Buiten het college kunnen burgers beroep doen op de gemeenteraad en de rechter. Ook daarover is Thomsen weinig positief. “Inspraak is bij grote bouwprojecten meestal wel goed geregeld, maar het gaat mis bij de uitvoering. Raadsleden hebben doorgaans niet de kennis. Slechts een enkeling duikt erin, tot die het gefrustreerd opgeeft omdat de rest doet wat de wethouder wil. Die op zijn beurt blindvaart op ambtenaren die hun oren laten hangen naar projectontwikkelaars.” Ben je het oneens met de gemeenteraad, dan kan je naar de Raad van State. “Maar omgevingsrecht is allemaal jurisprudentie. Je hebt een goede advocaat nodig. En dan ben je zomaar €1.000 per uur kwijt.”

Thomsens verhaal sluit naadloos aan op de conclusies van Balakrishnan Rajagopal, de speciale rapporteur van de VN voor het recht op adequate huisvesting, die in december Nederland bezocht. Als je wonen niet ziet als een mensenrecht maar als een economisch product, hebben de machtige ontwikkelaars het voor het zeggen en bewoners het nakijken, was - geparafraseerd - zijn boodschap op de afsluitende persconferentie in Den Haag. “Ik heb veel te veel voorbeelden gezien van bewoners die heel weinig informatie kregen, terwijl de sloop van hun huis al aan de gang is.”

Rajagopal bezocht ook Pompenburg. Merkwaardig vindt hij het, dat er nooit serieus naar de alternatieven is gekeken waarbij de bestaande flat kan blijven staan. “Gebouwen die twee jaar geleden een nieuw energielabel hebben gekregen, nu al slopen? Dat is niet in lijn met de klimaatdoelstellingen”, zegt de VN-rapporteur.

“Ik ben in Pompenburg geweest, en heb met bewoners gesproken. Sommigen deelden hun beste herinneringen. Ze lieten mij hun tuin zien. Die wordt zeer gewaardeerd door de bewoners en is een belangrijk onderdeel van wat hen als gemeenschap bindt. Maar in de nieuwbouwplannen is zo’n buitenruimte er niet. Ik sprak een ouder paar dat in de Pompenburg woont. Hij zei dat hij zo hield van de vogels in de boom. Waar gaat hij de vogels horen als de nieuwe flat er staat?

Dat is een belangrijk onderdeel van een op mensenrechten gebaseerde benadering van huisvesting. Je vervangt niet gewoon het ene gebouw voor het andere. Het is niet hetzelfde. Bij sloop-nieuwbouw moeten bewoners écht kunnen meedenken over de besluitvorming, inclusief de beslissing om te slopen, en inspraak hebben in het nieuwe ontwerp.”

”Misschien moeten de ontwikkelaars toch nog eens kijken naar de alternatieve scenario’s waarbij Pompenburg kan blijven staan, terwijl er door optopping net zo veel huizen bij komen? Rajagopal denkt een paar tellen na, en zegt dan langzaam knikkend: “Ja.”


In zijn appartement op de vijfde verdieping heeft Tjemmes zijn fotoboek erbij gepakt. “Sinds mijn vijftiende heb ik als hobby fotografie. Zodra ik vrij was ging ik met mijn camera door de stad. In 2021 is dit boek. uitgegeven”  Hij legt het op schoot en bladert er doorheen. “Weet je wie dat is?”, vraagt hij en wijst naar een jongeman met een microfoon in zijn hand. “Koos Postema!”, zegt hij zonder het antwoord af te wachten.

“En hier een horlogeverkoper. Die begon dan: ‘Een uniek horloge voor 1.000 gulden’, en dat ging dan voor een tientje weg. Dit is mijn autootje, een Trabant. Ik heb er drie gehad. Dit is Eduard Flipse, de godfather van de Zwarte Paardenstraat. De Havendagen, Koninginnedag, de eerste metro. In dit boek heb ik eigenlijk de wederopbouw van Rotterdam vastgelegd. En nu word ik mijn huis uitgegooid, omdat het gesloopt gaat worden. Ellende”, verzucht hij. 

Steun ons

Onderzoeksjournalistiek vervult een essentiële waakhondfunctie in een democratische rechtsstaat. Maar ons werk is tijdrovend en kostbaar. De tarieven die mediabedrijven betalen, dekken slechts een klein deel van ons spitwerk. Jouw steun is daarom onmisbaar. Help ons spitten en doneer nu een (klein) bedrag!

Wij gebruiken cookies om je gebruikservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken en hoe je ze kunt beheren door op "Voorkeuren" te klikken.
Wij gebruiken cookies om je gebruikservaring te optimaliseren en het webverkeer te analyseren. Lees meer over hoe wij cookies gebruiken en hoe je ze kunt beheren door op "Voorkeuren" te klikken.