
“Ik was constant bang dat ons iets zou overkomen,” zegt een Ghanese visser die op een schip van een Nederlands bedrijf werkte. Het is een van de schrijnende getuigenissen uit onderzoek van Spit dat verscheen in De Groene Amsterdammer en op The Continent.
De bevindingen sluiten aan bij eerdere onthullingen in de BBC-documentaire Slavery at Sea, waarin werd aangetoond hoe vissers uit onder andere Ghana, Indonesië en de Filipijnen slachtoffer werden van uitbuiting aan boord van Brits gevlagde vissersschepen. Britse reders maakten daarbij gebruik van een maas in de wetgeving. Uit onderzoek van journalistencollectief Spit blijkt nu dat ook Nederlandse bedrijven van deze constructie gebruikmaken, en dat dit tot vergelijkbare situaties kan leiden.
Misstanden in Britse visserij
In het Verenigd Koninkrijk moeten buitenlandse vissers binnen de 12-mijlszone beschikken over een zogenoemd skilled workers visa. Daarmee krijgen ze dezelfde arbeidsrechten als Britse werknemers, zoals het minimumloon en recht op rusttijden. Buiten de territoriale wateren is echter een transitvisum voldoende. Daarvoor is alleen een eenvoudig contract nodig, en arbeidsmigranten hebben dan geen recht op arbeidsbescherming.
Volgens Chris Williams van de Internationale Transport Federatie (ITF) maakt dat vissers bijzonder kwetsbaar. “Het transitvisum bindt werknemers volledig aan hun werkgever. Ze mogen het schip niet verlaten en worden in de haven als illegaal gezien,” zegt hij.
De afhankelijkheid begint vaak al in het thuisland, waar migranten hoge kosten maken om via tussenpersonen een baan in Europa te bemachtigen. Vaak wordt daarvoor een lening afgesloten, of wordt het familiehuis als onderpand gegeven. Dit kan leiden tot schuldslavernij: mensen die hun vrijheid pas terugkrijgen als de schuld is afbetaald. “Ik heb te maken gehad met gevallen van schuldslavernij waarbij migranten £900 per maand verdienden om een schuld van £9000 af te lossen, op een contract van elf maanden,” zegt Williams.
Nederlandse reders
In Nederland is het moeilijk om arbeidsmigranten van buiten de EU in de visserij aan het werk te krijgen. Alleen als er geen Europese bemanning beschikbaar is, mogen zij worden ingezet. Daarnaast geldt dat ook buiten de 12-mijlszone het Nederlandse minimumloon moet worden betaald.
Maar in de internationaal georiënteerde visserij kan een Nederlands bedrijf zijn schepen simpelweg onder een buitenlandse vlag laten varen. Op die manier kunnen ze de strenge regelgeving voor arbeidsmigranten ontlopen.
Nederlands bedrijf
Spit volgde een Ghanese crew op een Brits gevlagd schip van een Nederlands bedrijf. Bankafschriften, GPS-data en video’s toonden lange werkdagen, gevaarlijke situaties en voedseltekorten.
“We werkten zeven dagen in de week, vijftien tot vierentwintig uur per dag,” verklaarde een van de crewleden. Zij stelden dat het voedsel regelmatig over datum was en dat ze op een gegeven moment moesten blijven vissen terwijl het drinkwater op was.
“Ook tijdens storm moesten we doorwerken,” zegt een van hen. Op videobeelden is te zien hoe de vissers bij hoge golven krabmanden binnenhalen, waarbij het risico om overboord te slaan groot is. Als de vangst binnen is, worden de manden weer vastgebonden en overboord gegooid. Het tientallen meters lange touw schiet over de vloer. Wie verstrikt raakt, gaat met de manden mee, naar de bodem van de zee. “Ik was constant bang dat ons iets zou overkomen.”
De crew bleef lange tijd gebonden aan het schip, omdat ze minder dan vier euro per uur verdiende en geen geld overhielden voor een retourticket terug naar Ghana.
Constructies binnen de Nederlandse sector
Het omvlaggen van vissersschepen is een trend in Nederland. Zo vaart de Nederlands beheerde flyshootersvloot voor meer dan de helft onder buitenlandse vlag. Dat is legaal, en er kunnen verschillende redenen zijn om daarvoor te kiezen – zoals toegang tot visquota of internationale samenwerking. Maar dat omvlaggen brengt ook veel juridische onduidelijkheid met zich mee.
Het is voor reders doodeenvoudig om een vlag op hun schip te zetten van een land met het gunstigste rechtssysteem, zegt Aukje van Hoek, hoogleraar aan de UvA en gespecialiseerd in het internationaal arbeidsrecht. “Mensen die kwaad willen, maken daar gebruik van. Die kennen het systeem beter dan jij en ik bij elkaar en zoeken naar de mazen in de wet, of schatten in hoe groot de pakkans is.”
Handhaving vrijwel onmogelijk
Voor 2020 voerde de Nederlandse Arbeidsinspectie, bij wijze van test, vijf controles uit. Eenmaal werd een illegaal tewerkgestelde aangetroffen, en tweemaal waren er problemen met het minimumloon. Na 2020 voerde de toezichthouder geen inspecties meer uit.
De internationale wetgeving en de praktijk van het omvlaggen hebben de situatie zo complex gemaakt dat handhaving bijna onmogelijk is. Vaak is onduidelijk welk land of instituut verantwoordelijk is, laat de Arbeidsinspectie via een woordvoerder weten.
Steun ons!
Steun ons!
Onderzoeksjournalistiek vervult een essentiële waakhondfunctie in een democratische rechtsstaat. Maar ons werk is tijdrovend en kostbaar. De tarieven die mediabedrijven betalen, dekken slechts een klein deel van ons spitwerk. Jouw steun is daarom onmisbaar. Help ons spitten en doneer nu een (klein) bedrag!