
Belangrijkste punten uit dit
artikel op een rij:
1
Na het verbod op pulsvisserij zijn Nederlandse vissers massaal overgestapt op de flyshoottechniek. Hoewel deze methode minder brandstof verbruikt en als duurzaam wordt gepresenteerd, leidt de industriële schaal tot overbevissing, vrezen experts.
2
Bewijzen kunnen ze dat nog niet. Want zolang er geen wetenschappelijke data zijn over deze visserijmethode, kan de industrie claimen dat het duurzaam is.
3
Het is een terugkerend probleem veroorzaakt door het Europese visserijbeleid. Vissers investeren massaal in een nieuwe visserijtechniek, tot het moment dat wetenschappers de opdracht krijgen om te onderzoeken of die wel duurzzam is.
4
Blijkt uit dat onderzoek dat er sprake is van overbevissing, dan wordt de methode prompt verboden of ingeperkt en zitten de vissers met een hypotheek op hun schip in de financiële problemen. Ze gaan op zoek naar een nieuw visserijmethode en de cyclus begint opnieuw.
Arbeidsmigranten uit Ghana werken onder zware omstandigheden voor een te laag loon op Europese vissersschepen. Dit gebeurt ook op boten van Nederlandse bedrijven. Toezicht en handhaving ontbreken in de praktijk. ‘We werden uitgefoeterd en als we gewond raakten moesten we doorwerken.’
In Dunvegan, een dorpje op het Schotse eiland Skye, staat Maclean Korletey uit Ghana in een knalgele overall met bijpassende regenlaarzen naast een schuur zonder dak. Met een groot mes hakt hij een vis in mootjes en gooit ze in de emmer naast hem. Aan de kade dobbert een vissersbootje. Iets verderop spuiten twee landgenoten met een hogedrukspuit blauw- en groengekleurde rieten viskooien schoon. Een gure wind blaast het zeewater op hun gezicht en laat witte spikkels zout achter.
Maclean is visser, maar heeft ook een recruteringsbureau thuis in Ghana. ‘De meeste ronselaars waren nooit op zee. Ik doe het werk zelf en weet hoe zwaar het is. Ik neem geen steekpenningen aan en behandel de mensen die ik inhuur met respect,’ zegt hij, refererend aan de bbc-documentaire Slavery at Sea (2024). Die toont hoe een deel van de Britse vissersvloot migrantenarbeiders uit Ghana, de Filipijnen en Indonesië uitbuit en als slaaf behandelt. De misstanden zijn volgens experts te wijten aan een maas in de Britse visserijwet. Uit onderzoek van onderzoekscollectief Spit voor De Groene Amsterdammer blijkt dat ook Nederlandse visserijbedrijven veelvuldig gebruik kunnen maken van de ‘VK-maas’ in de wet.
Maclean kijkt op van zijn werk. ‘Daar komt hij aan.’ Hij wijst naar een bootje dat in de verte tussen twee landtongen vanaf de Hebridenzee de baai van Dunvegan binnenvaart. Het wordt bemand door twee Schotten en de Ghanese Anthony. Met een grote bocht vaart het stuurboord richting kade. Anthony steekt zijn hand op en glimlacht. Aan wal staan twee grijsaards met hun handen in de zakken. Ze geven aanwijzingen als Anthony het bootje aan de kade vastknoopt. ‘Hij leert het wel’, zegt de oudste.
Een bemanningslid springt in een witte vierkante bak op het schip en verdwijnt in het niets, om even later met een blauwe krat in zijn handen weer boven te komen. Anthony klimt aan wal en neemt de krat van hem over. Naast hem houden twee inspecteurs met een notitieblok alles stilzwijgend in de gaten. Een oudere man, die ze boss noemen, rijdt gevaarlijk met een vorkheftruck op en neer naar een vrachtwagen die klaarstaat om de krab en garnalen naar het vasteland te brengen.
Tegen de tijd dat het begint te schemeren zit het werk van Anthony erop. In de lounge van hotel Atholl House Skye schenkt Anthony zijn cola in. Hij werkt zo’n 75 uur in de week voor zo’n 85 pond per dag, vertelt hij. Geen toploon, maar veel meer dan hij van het Nederlandse bedrijf kreeg, waar hij vorig jaar werkte.
Steun ons!
Beeld: Adobe Stock
Visser haalt net binnen op flyshoot boot.
Omvlaggen naar een flag of convenience
Anthony werkte als visser en pompbediende in Ghana. Hij was 27 jaar toen hij in 2023 voor het eerst naar het VK ging om te vissen. Daar kreeg hij een tip van een vriend: bij een Nederlands bedrijf zou hij kunnen vissen op basis van winstuitkering. Dat is hard werken. Maar lucratief voor wie lange dagen op zee wil maken. Het inkomen stijgt naarmate vissers meer vis vangen.
Wat hij toen niet wist, is dat arbeidsmigranten niet op basis van een winstuitkering voor een Nederlands bedrijf mogen werken. Dat mogen ze alleen op loonbasis. En zelfs dat is bijna onmogelijk vanwege de tewerkstellingsvergunning die Nederland alleen afgeeft als reders geen Europese bemanning kunnen krijgen. Maar in de internationaal georiënteerde visserij kunnen Nederlandse bedrijven varen onder buitenlandse vlag. En dat maakt sluiproutes mogelijk. Het IJmuidense bedrijf waarvoor Anthony werkte, gebruikte bijvoorbeeld schepen met een Britse vlag.
Het is voor reders doodeenvoudig om een vlag op hun schip te zetten van een land met het gunstigste rechtssysteem. Het Hof van Justitie heeft dat met een uitspraak recht willen zetten, door in een zaak de verantwoordelijkheid voor naleving van de wet niet bij de vlaggenstaat maar bij de thuishaven van het schip te leggen. Maar als er geen duidelijke thuishaven is, wie is dan verantwoordelijk? Zo ontstaat er steeds meer onduidelijkheid over bevoegdheden.
In het Verenigd Koninkrijk moeten arbeidsmigranten die binnen de twaalfmijlszone werken een Skilled Worker visa hebben. Daarvoor bestaan uitgebreide procedures, en migranten moeten daarbij aantonen dat ze de Engelse taal beheersen. Met het papiertje hebben ze recht op dezelfde arbeidsbescherming als de Britten zelf, daarbij horen onder meer een gegarandeerd minimumloon en voldoende rusturen. Maar werken ze alleen buiten de twaalfmijlszone, dan vervallen de procedures en eisen. Dan volstaat het transitvisum, waarvoor alleen een simpel contract met de werkgever nodig is. De vissers hebben met zo’n visum geen recht op nationale arbeidsbescherming.
Chris Williams van de Internationale Transport Federatie (itf) ziet het transitvisum als een recept voor arbeidsuitbuiting. Het creëert volgens de vakbondsman een kwetsbare beroepsgroep die volledig afhankelijk is van zijn werkgever. ‘Het visum is enkel geldig voor het vaartuig waarmee het contract is afgesloten. Ze mogen rondlopen in de haven, maar verder mogen ze het schip gedurende de contractperiode niet verlaten. Aan wal worden ze gezien als illegalen en kunnen ze worden teruggestuurd.’
De afhankelijkheidsrelatie begint volgens Williams in het thuisland, waar ronselaars Europese banen aanbieden tegen betaling van een fikse vergoeding en een borgsom. Vaak wordt daarvoor een lening afgesloten, of wordt het familiehuis als onderpand gegeven. Dit kan leiden tot schuldslavernij: mensen die hun vrijheid pas terugkrijgen als de schuld is afbetaald.
‘Ik heb te maken gehad met gevallen van schuldslavernij waarbij migranten negenhonderd pond per maand verdienden om een schuld van negenduizend pond af te lossen, op een contract van elf maanden, zegt Williams. Dat lage loon is volstrekt legaal voor VK-gevlagde vissersschepen die buiten de twaalf mijl opereren. Het gaat dan om schepen die de vangst bijvoorbeeld in Denemarken of Nederland aanlanden, vertelt Williams, die regelmatig in contact staat met migranten op Britse vissersschepen. ‘Veel migranten maken extreem lange werkdagen voor een schamel loon’, zegt hij. Uit een enquête van de University of Nottingham bleek dat een derde van de ondervraagde migranten op VK-vissersschepen twintigurige werkdagen maakte voor minder dan vier pond per uur, en 35 procent onderging regelmatig fysiek geweld.
De schulden thuis, angst voor deportatie, de afhankelijkheidsrelatie en een diepgeworteld wantrouwen naar autoriteiten; het zijn allemaal redenen die voorkomen dat deze vissers zich uitspreken. Wie dat wel doet komt op een zwarte lijst, dat geldt ook voor John (niet zijn echte naam). Hij werkte via een transitvisum op een VK-gevlagd vissersschip, maar hij werd ziek. ‘Ik hoestte bloed op en had geen adem meer. Ik dacht dat ik doodging.’ Desondanks weigerde de schipper John naar het ziekenhuis te brengen. Toen dat uiteindelijk toch gebeurde, en de schipper hoorde dat John een klacht had ingediend, werd hij teruggestuurd naar het land van herkomst, zodat hij niet met de Britse autoriteiten kon praten. Bovendien werd hem de kans op een nieuwe baan in de visserij ontzegd.
Ook visser James Ewuah uit Ghana sprak zich uit. Zijn verhaal kwam aan het licht nadat het Ierse schip waarop hij werkte zonk. ‘We werden wakker toen de boot tegen een rots klapte’, vertelt hij via een krakkemikkige videoverbinding. ‘Het schip maakte water en begon te zinken.’ Toen ze uit hun hut vluchtten, schreeuwde de schipper dat ze terug moesten om hun paspoorten te halen. ‘Maar we konden niet terug, de ladder was gebroken.’ Een van de bemanningsleden sprong naar beneden. Maar het water vulde de hut en de boot kapseisde. De stalen ladder knalde tegen zijn borst en haalde hem neer. ‘Het lukte ons nog net om hem omhoog te hijsen en naar de kapitein in de te kleine reddingsboot te rennen. Tot een helikopter ons redde.’
‘Ik betaalde 2300 pond om in Engeland te werken voor 1300 pond per maand’, vertelt Ewuah. Hij kreeg een contract en een transitvisum. Maar toen hij in het VK aankwam, werd hij aan het werk gezet op een Iers gevlagd schip. ‘Daar werkten we zestien uur per dag, zeven dagen in de week, regelmatig werden we uitgefoeterd en als we gewond raakten moesten we doorwerken.’ Stoppen was geen optie: ze zaten vast op het schip, geld voor een retourticket hadden ze niet.
Ewuah wacht in Ierland het proces tegen de reder af. In dit specifieke geval kan de Ierse reder worden aangeklaagd, omdat de Ghanese visser op het Ierse schip onder Ierse arbeidswetgeving viel. En net als in Nederland hebben arbeidsmigranten in Ierland buiten de twaalfmijlszone wel recht op een nationaal minimumloon.
Zeven dagen in de week, 16 uur per dag
In Ghana meldde Anthony zich in Accra bij wervingsbureau World Recruit, vertelt hij in de lounge van het hotel in Dunvegan. Daar liggen de contracten van de Scottish White Fish Producers Association (swfpa). Een koepelorganisatie van visserijbedrijven die na de schandalen – waarbij een van hun leden ervan werd verdacht meer dan 35 migranten te hebben behandeld als slaaf – zelf bemanning ging werven.
Hoewel de swfpa de arbeidsmigranten nog steeds via een transitvisum laat werken, zijn de contracten relatief goed. Anthony zou veertienhonderd euro per maand verdienen, op basis van een 45-urige werkweek. Extra uren worden uitbetaald en alle kosten – visum, retourticket, eten – zijn voor rekening van het IJmuidens vissersbedrijf Ocean Fleet Seafood. Ook mag wervingsbureau World Recruit geen borgsom vragen.
Het contract verraste Anthony. ‘Ik zou een aandeel in de winst krijgen, dit contract was gebaseerd op loon.’ Maar volgens Anthony verzekerden de eigenaren van het Nederlandse bedrijf hem dat de contracten een formaliteit waren, nodig voor het visum.
Vervolgens gaat Anthony op een Brits gevlagd schip werken. Daar geldt de Britse wetgeving en hoeft de Nederlandse werkgever Anthony geen Nederlands minimumloon te betalen. Tenminste, zolang hij maar buiten de twaalfmijlszones blijft.
Om daar zeker van te zijn, schuift een vertegenwoordiger van World Recruit hem een tweede papiertje onder zijn neus. Anthony moet verklaren niet binnen de twaalf mijl van een kustlijn te vissen. Doet hij dat wel, dan wordt hij teruggestuurd naar Ghana en mag hij tien jaar lang het Verenigd Koninkrijk niet meer in. Verder mag hij het schip niet verlaten, behalve voor noodzakelijke boodschappen uit een lokale winkel. Hiervoor moet hij dan wel eerst toestemming vragen aan de schipper.
In deze constructie werkt het IJmuidense bedrijf samen met een Britse ondernemer. Deze George – om zijn identiteit te beschermen laten we zijn achternaam weg – bezit een groot aantal visserijbedrijven in Schotland en is ook actief in de swfpa, de club die de arbeidsuitbuiting juist wil stoppen, en waarvan Anthony zijn contract krijgt. George ondertekent vervolgens het contract (dat in ons bezit is) van Anthony namens het Nederlandse bedrijf. In een reactie ontkent George elke connectie met het Nederlandse bedrijf, hij zegt niet verantwoordelijk te zijn geweest voor het management van de schepen.
Op 17 oktober 2023 stapt Anthony op het vliegtuig naar Kopenhagen, om van daaruit meteen door te reizen naar Hvide Sande, een vissersplaatsje met witte stranden aan de Deense westkust. Vijf dagen later zitten ze op de Noordzee. De andere Ghanese bemanningsleden werken allemaal onder dezelfde voorwaarden als Anthony.
Ocean Fleet Seafood vist met twee schepen op krab in de Noordzee. In Denemarken gaat de vangst per vrachtwagen terug naar IJmuiden, waar het wordt opgeslagen in een pakhuis. Anthony komt terecht op het grootste schip, Our Hazel. Een roestig schip van twintig meter, met onder het achterdek een krap bemeten hut met stapelbedden voor zes personen.
De eerste week is zwaar, vertelt Anthony. ‘We werkten zeven dagen in de week vijftien tot zeventien uur per dag, en soms wel 24 uur aan een stuk.’ Maar Anthony weet dat hij daarvoor heeft gekozen. ‘Als je op winstdeelname werkt, ga je daarmee akkoord’, zegt hij. Lange dagen werken betekent meer vis, en dus meer winst voor de bemanning. Via Global Fishing Watch kunnen we de schepen volgen. Volgens dat programma visten de Ghanezen tussen 23 en 28 oktober 2024 inderdaad gemiddeld zeventien uur per dag en op twee dagen 24 uur aan een stuk.
Als hij na twee weken werken zijn eerste betalingen ontvangt, trekt het bloed uit zijn gezicht weg. Na ruim een week werken ontvangt hij 330,39 pond, blijkt uit bankafschriften. Als je via winstaandeel werkt, betaal je zelf alle kosten, lieten de eigenaren hem in een WhatsApp-conversatie weten. Inzicht in die kosten krijgt Anthony alleen niet. Ook de weken erna blijft het uurloon laag. ‘Ze kwamen steeds met een ander excuus: onze weegschaal zou niet goed zijn, we moesten verzekeringsgeld betalen.’ De bemanning begint te morren. Ook vanwege de risico’s. ‘We moesten bij storm de zee op. Ik was constant bang dat ons iets zou overkomen.’
Anthony pakt zijn telefoon en toont een filmpje waarop hij met zijn collega’s op Our Hazel aan het werk is. Ze staan in de buik van het schip. Langs een grote opening aan stuurboord raast de zee voorbij. Af en toe klotst het zeewater naar binnen. Het schip duikt met de golven mee naar beneden om met een schok weer omhoog te schieten. De crew heeft moeite het evenwicht te bewaren. Anthony staat aan de rand van de opening. De reling is laag. Het lijkt of hij elk moment overboord kan vallen, hij buigt zijn bovenlichaam over de rand en trekt zware manden met krab omhoog. Als de vangst binnen is, worden de manden weer vastgebonden en overboord gegooid. Het tientallen meters lange touw schiet over de vloer. Wie verstrikt raakt, gaat met de manden mee.
Op 28 november 2023 komt ook Andrew (niet zijn echte naam) naar Denemarken. Hij gaat op de Dayagelle, het andere VK-gevlagde schip van het IJmuidense bedrijf, werken. Ook Andrew zegt naar Europa te zijn gekomen met de belofte een deel van de winst te ontvangen. Net als Anthony kwam hij Denemarken binnen met een contract van de swfpa, ook hij vertelt lange uren op de Noordzee te hebben gemaakt. ‘We begonnen zeven uur ’s ochtends en werkten door tot twee uur ’s nachts’, zegt hij vanuit Ghana via een videoverbinding. ‘We hadden vijf uur per etmaal om te douchen, eten, slapen en contact met het thuisfront te onderhouden.’
‘De lange uren op zee en de vermoeidheid maken het werk extra gevaarlijk’, zegt Andrew. Hij stuurt een filmpje – gemaakt op een ander schip – van een man die met ontbloot bovenlijf op het dek ligt. Een reddingswerker probeert hem tevergeefs te reanimeren. De man was verstrikt geraakt in de lijn van een vismand en overboord getrokken. ‘Dat is Richard. Hij werkte met ons in Denemarken.’ Ook het werken met onervaren mensen en de taalbarrière maken het werk risicovol. ‘Migranten die via een transitvisum binnenkomen, zijn de Engelse taal vaak niet machtig. Stel je voor dat je het Engelse woord voor gevaar niet kent.’
Andrew heeft via een appgroep contact met veel lotgenoten. ‘Ik schat dat tachtig procent van de Ghanezen in Europa heeft betaald aan de wervingsbureaus in Ghana’, vertelt hij. ‘We hebben het zwaar, maar we houden het vol omdat onze familie afhankelijk is van ons. We sluiten onze ogen en werken.’
Na een week keihard werken kreeg hij na aftrek van kosten een eerste betaling van 221 euro. > In de laatste week van december verdiende hij zelfs helemaal niets. ‘De Dayagelle lag die week voor reparatie op de werf. Dat betekende geen inkomen.’
Na twee maanden besluiten de eigenaren niet langer uit te betalen in winstaandelen. Vanaf dat moment krijgen ze het loon zoals opgenomen in het contract: veertienhonderd euro per maand. Maar volgens Anthony niet voor de afgesproken 45 uur per week. ‘We bleven dezelfde lange dagen maken.’
Wie volgens contractloon werkt, krijgt minder betaald, maar heeft ook geen kosten. Het vliegticket, visum, voedsel en alle andere kosten zijn voor rekening van de werkgever. Door werknemers eerst twee maanden op winstaandeel te laten werken, kunnen reders alle kosten aftrekken van de uitbetalingen, waaronder het eten. Daarna werd het voedsel dan ook snel slechter, vertelt Anthony. ‘Het was regelmatig over datum. Zo kregen we twee dozen overrijpe bananen, een bedorven kip, aardbeien die we na twee dagen konden weggooien.’ Op een dag zaten ze zelfs zonder voedsel. ‘Er lag alleen nog een kip in de koelkast. Toch moesten we doorwerken.’ Toen de volgende dag ook het water op was, werd het de bemanning te veel. ‘Zonder water om te drinken en het zout uit je ogen te spoelen, kun je niet op zee blijven.’ Die dag was de zee ongekend ruw. Hoge golven maakten werken onmogelijk. De bemanning overlegde en besloot te muiten. Ze voeren terug naar de haven om water te halen, om daarna weer te gaan vissen. Ook deze scheepsbewegingen zijn in overeenstemming met data van Global Fishing Watch.
De ongehoorzaamheid schoot de manager van de twee schepen in het verkeerde keelgat. ‘Hij werd woedend en wees mij en een collega als schuldigen aan. Wij waren de rotte appels’, vertelt Anthony. De beschuldiging raakte hem diep. Het was de druppel, de hele crew besloot te stoppen. Maar wie zijn contracttermijn niet afmaakt, moet volgens het contract de retourvlucht zelf betalen. Anthony had geluk en mocht eerder weg, maar moest nog wel tot april doorwerken voor hij terug naar zijn familie mocht.

Flyshooters in de haven.
Beeld: Bram Logger
Arbeidsinspectie inspecteert niet
Alles in het Schotse Fraserburgh is gericht op de arbeiders van de zee. Veel afhaaltentjes, een supermarkt tjokvol diepvriesproducten, en op de kerktoren geen haan maar een vis. Binnen de muren van de haven dobberen vissersboten in alle maten en staten van onderhoud. Aan wal staan gekleurde rieten manden voor de krabbenvangst.
In het bescheiden swfpa-kantoortje zit Sharon Cooper – een goedlachse, vriendelijke, ex-politieagent – achter haar bureau. Op de contracten van de Ghanese bemanningsleden op de VK-gevlagde schepen in Denemarken staat háár handtekening.
De swfpa wil een einde maken aan de misstanden binnen de sector. Dat is niet eenvoudig, geeft Cooper toe. ‘We hebben corruptie gezien in landen als Ghana, Sri Lanka en India. Dat was zo, en is nog steeds zo.’ De swfpa wil daar geen deel meer van uitmaken, maar is wel verplicht samen te werken met recruiters uit die landen. ‘We kiezen de bureaus zorgvuldig uit. Maar het blijft learning on the job.’
De swfpa doet er alles aan om misbruik uit te sluiten, vertelt ze. De vereniging startte bewustwordingscampagnes en heeft maandelijks contact met haar zeevarenden. ‘Als er bewijs is van misbruik stoppen we met rekruteren.’ In het VK is veel aandacht voor het probleem. Dat wil niet zeggen dat alles nu goed gaat. ‘Denemarken is daar een voorbeeld van’, zegt Cooper.
Wat er misging? ‘Op het schip is de bemanning vaak bang om te praten. Ze durven pas iets te zeggen als ze weer thuis zijn. En dan is het meestal te laat.’ Bewijzen dat ze meer uren hebben gewerkt dan contractueel afgesproken, wordt dan erg moeilijk. ‘Het is vaak hun woord tegen dat van de eigenaar.’
Cooper legt de schuld deels bij Anthony en zijn collega’s. ‘Als je naast ons contract een aparte mondelinge overeenkomst sluit om op winstaandeel te vissen, dan kunnen we je niet helpen.’ Dat wil niet zeggen dat ze helemaal niets deed. ‘Ik heb vragen gesteld, en het voelde niet goed. Zo werden er retourvluchten doorberekend, die wij al hadden betaald.’ De swfpa nam maatregelen en zette de twee schepen op de zwarte lijst. Cooper geeft toe dat het systeem tekortkomingen kent. ‘Het probleem zit meestal bij de schipper of de eigenaar van het schip.’
In Ghana heeft de Britse ondernemer George toch weer contact met Anthony opgenomen. ‘Hij wilde mij terughebben.’ Omdat George hem niet meer in dienst kon nemen via het Schotse wervingsbureau, schakelde hij MSSGhana in, een in Ghana berucht wervingsbureau dat zich volgens de Internationale Transport Federatie schuldig maakt aan schuldslavernij. In een reactie bevestigt het Ghanese wervingsbureau bemanning voor Our Hazel en Dayagelle te hebben geregeld. Maar vervolgens zegt het dat de werkomstandigheden zo slecht waren dat ze daarmee zijn gestopt. Het bedrijf ontkent zich schuldig te maken aan schuldslavernij. In een reactie ontkent George betrokken te zijn geweest bij het werven van personeel via MSSGhana.
Ocean Fleet Seafood is niet het enige Nederlandse bedrijf waarmee George contact heeft. Hij werkt ook intensief samen met het Urkse familiebedrijf De Boer, een dynastie van broers en neven die samen de grootste demersale (bodemvissen) vissersvloot van Nederland beheren. Twaalf van hun negentien schepen varen onder Engelse vlag en worden deels bemand met arbeidsmigranten.
Het omvlaggen van schepen lijkt een trend. De Nederlands beheerde Flyshooters varen voor meer dan de helft onder buitenlandse vlag. De VK-route is overigens niet de enige manier om onder Nederlandse arbeidswetgeving uit te komen. Ook voor Duits gevlagde schepen geldt geen Duits minimumloon buiten de twaalfmijlszone. Dat wil niet zeggen dat bij die omgevlagde schepen ook sprake is van misstanden of dat ze bewust regelgeving willen omzeilen. Bedrijven kunnen schepen ook omvlaggen om aanspraak te maken op de visquota van dat land.
Of er in de Nederlandse visserij structureel misstanden voorkomen, valt niet te zeggen. De wetgeving is complex en vaak is onduidelijk welk land of instituut verantwoordelijk is. Sinds 2020 heeft de Nederlandse Arbeidsinspectie dan ook geen inspecties uitgevoerd, laat een woordvoerder weten. Daarvoor heeft ze, bij wijze van test, wel vijf controles uitgevoerd: tijdens een van die controles was er een illegaal tewerkgestelde, bij twee waren er problemen met het minimumloon.
Aukje van Hoek, hoogleraar internationaal arbeidsrecht aan de UvA, wijt de problemen aan de liberalisatie van het stelsel. ‘Mensen die kwaad willen, maken daar gebruik van. Die kennen het systeem beter dan jij en ik bij elkaar en zoeken naar de mazen in de wet, of schatten in hoe groot de pakkans is.’ Het ministerie van Sociale Zaken bevestigt in een reactie dat op een Nederlands gevlagd schip geen Nederlands minimumloon betaald hoeft te worden als zijn thuishaven niet in Nederland is.
Zolang het voor reders zo makkelijk blijft om onder de regelgeving uit te komen, blijft het een kwestie van geluk, weet Andrew. Vanuit Ghana houdt hij de moed erin: ‘In deze wereld heb je goed en kwaad. Wij hebben het kwade ontmoet, maar dat wil niet zeggen dat we niet ook het goede zullen ontmoeten.’
Steun ons!
Onderzoeksjournalistiek vervult een essentiële waakhondfunctie in een democratische rechtsstaat. Maar ons werk is tijdrovend en kostbaar. De tarieven die mediabedrijven betalen, dekken slechts een klein deel van ons spitwerk. Jouw steun is daarom onmisbaar. Help ons spitten en doneer nu een (klein) bedrag!