Nu veel kloosterordes op uitsterven staan,
azen de bisschoppen op
het geld van de zusters

Hester den Boer & Stijn Fens
28 augustus 2023

Beeld:
Adobe Stock
(tenzij anders vermeld)

Belangrijkste punten uit dit
artikel op een rij:

1

Het vermogen van de zusters van de congregatie Franciscanessen van Etten staat onder druk van de bisdommen

2

De zusters willen hun geld naar Amnesty en de voedselbank sturen, de bisschoppen willen donaties beperken tot kerkdoelen

3

De machtsstrijd speelt zich af tegen de achtergrond van Vaticaanse richtlijnen en zorgt voor spanningen

4

De toekomst van de vermogens van de zusters is onzeker, zonder ingrijpen kan hun levenswerk verloren gaan

Verschillende bisdommen proberen het vermogen te bemachtigen van uitstervende zustercongregaties. ‘Het gaat ook hier om machtsmisbruik, net als bij het misbruikschandaal.’

Ondanks haar bijna tachtigjarige leeftijd loopt zuster Ancilla Martens gekleed in een blauw mantelpak kordaat door de gangen van het wooncomplex waar ze tegenwoordig woont met de laatste medezusters van de Franciscanessen van Etten. Langs de kapel met de lift naar beneden naar de vergaderruimte de wanden bedekt met lange rijen boekenkasten.

Zuster Ancilla is algemeen overste van de congregatie zoals kloostergemeenschappen heten die na 1550 zijn gesticht. Ze heeft in haar leven veel zien veranderen. “In de jaren zestig hadden we 27 scholen een internaat een eigen boerderij met akkerland en een groot kloostercomplex waar we met de zusters woonden” blikt ze terug op de hoogtijdagen. Het was een micromaatschappij op zich.

De bedrijvigheid die hier ooit moet zijn geweest is moeilijk voor te stellen. Nu is al het vastgoed afgebroken of verkocht ze huren alleen de ruimte die ze nodig hebben. Een habijt dragen ze niet meer dat ging al uit in 1968 de zusters slapen ook niet meer met z’n allen op een slaapzaal zoals ze wel decennialang gedaan hebben. Maar eten bidden feesten en rouwen doen ze nog steeds gezamenlijk.

Echt rustig genieten van de oude dag is er voor zuster Ancilla nog niet bij. Er moet veel worden geregeld en dan vooral met het oog op het naderende einde van de congregatie in de huidige vorm. De paar zusters die er nog wonen zijn vrijwel allemaal ver in de tachtig of nog ouder en elk jaar overlijdt er wel iemand. “Op de begraafplaats naast het wooncomplex zijn nog zestien plekjes vrij” vertelt ze. “Voor iedere zuster een.” Daarna gaat het licht uit. De vraag is wat gebeurt er dan? Hoe kunnen de zusters zorgen dat hun levenswerk wordt voortgezet? Maar ook: wie krijgt de zeggenschap over hun vermogen?

In een tijd dat de overheid zich nog weinig bekommerde om de armen en de zieken in de samenleving waren het vroeger vanaf de 19de eeuw veelal de congregaties die actief waren in zowel de zorg als het onderwijs. Zij richtten zich veelal op de zwakkeren die het zonder hulp niet zouden redden. De zorg voor hulpbehoevenden was ook de kern van de Franciscanessen van Etten en de zusters willen dat hun werk wordt voortgezet ook na hun dood. Ze doen dit nu door het steunen van goede doelen die zij belangrijk vinden.

Nu ze nog zelfstandig zijn kunnen ze die doelen zelf bepalen. Er gaat geld naar kerkelijke doelen zoals naar het bisdom en de parochies. Maar een groot deel van wat ze doneren gaat naar niet-kerkelijke doelen die wel passen binnen de waarden waar de congregatie voor staat. Zuster en plaatsvervangend overste Marie Joseph de Jong pakt de giftenlijst erbij en leest voor: “Amnesty International Aidsfonds Artsen zonder grenzen Vluchtelingenwerk De voedselbank.” En zo staan er nog veel meer niet-kerkelijke doelen op de jaarlijkse giftenlijst.

Uit onderzoek van Spit in samenwerking met Trouw blijkt dat juist deze steun aan niet-kerkelijke doelen de inzet is van een machtsstrijd die achter de schermen gaande is tussen Nederlandse bisschoppen en de zogenoemde diocesane congregaties zoals de Franciscanessen van Etten. Deze diocesane congregaties waarvan er in ons land zo’n 25 zijn leggen verantwoording af aan het bisdom waarin ze liggen in plaats van aan het Vaticaan zoals bij andere ordes en congregaties het geval is.

Veel van de diocesane congregaties beschikken over vermogens van tientallen miljoenen euro’s en hebben een ruimhartig giftenbeleid. Veelal door de verkoop van hun vastgoed samen met het loon dat ze in de zorg en het onderwijs verdienden pensioen en de AOW van de zusters dat ze altijd afdroegen aan de congregatie kunnen congregaties gul geven. Bisdommen zo blijkt uit dit onderzoek treffen verregaande maatregelen om grip te krijgen op het bestuur en zo op het vermogen van deze zustercongregaties. Het zijn vooral de giften aan niet-kerkelijke doelen zoals Amnesty International die de bisdommen een doorn in het oog zijn.

Dat merkte ook theoloog Ab Kerssies die de machtsgreep van het bisdom Haarlem-Amsterdam op het vermogen van de congregatie waar hij voor werkte van dichtbij meemaakte. Kerssies een modieus geklede man van in de zeventig met wit haar werd in april 2018 directeur bij de Noord-Hollandse congregatie van de heilige Juliana van Falconieri gesticht in 1917 en ook wel de Juliaantjes genoemd. “Het is schrijnend wat ik daar heb meegemaakt” blikt hij terug vanachter een kop koffie in een Van der Valkhotel langs de snelweg. Het is voor Kerssies een grote stap om naar buiten te treden maar hij is het de zusters en hun levenswerk verschuldigd.

Bron: ANP
© Ton Toemen

Het kerkhof van het Franciscanessen van Etten klooster

Thuiszorg avant la lettre

De Juliaantjes ook een diocesane congregatie deden armenzorg bij noodlijdende gezinnen. “Eigenlijk een soort thuiszorg avant la lettre” schetst Kerssies de geschiedenis. “De zusters vaak ook van eenvoudige komaf vroegen daar in het begin geen loon voor wat mensen konden missen was goed. Soms kregen ze een rode kool soms wat eieren soms niks. En zieltjes winnen hoorde niet tot hun opdracht.”

Later kregen ze salaris uitbetaald door de overheid. Maar omdat ze zelf de gelofte van armoede hadden afgelegd en geen eigen bezit mochten hebben stortten ze hun salaris op de gezamenlijke rekening van de congregatie.

Toen Kerssies directeur werd van de congregatie bestond die nog maar uit zeven zusters allemaal boven de negentig en de congregatie werd nog aangestuurd door een algemeen overste dus door een van de zusters zelf. Daarnaast was er al jaren een ‘lekenbestuur’ van vier mensen van buiten de congregatie waarmee de zusters een vertrouwensband hadden. Maar in 2019 overleed de algemeen overste. En dat was het moment dat het bisdom zich nadrukkelijk begon te roeren.

De zusters waren dachten ze voorbereid op het moment dat ze niet meer zelf de congregatie konden besturen. Al in 2010 legden ze in hun ‘geestelijk testament’ vast waar ze hun vermogen ook na hun dood aan wilden besteden. 20 tot 30 procent van hun donatiepot was bestemd voor de bevordering van religieus leven in het bisdom Haarlem-Amsterdam.

De rest kon worden besteed aan doelen rondom de zorgverlening aan zieken ouderen kinderen en verstandelijk beperkten. Dakloze jongeren en mensen met hiv of aids hadden hun speciale aandacht net als de groepen voor wie de zorg van de overheid tekortschiet zoals vluchtelingen zonder verblijfsstatus.

Of de doelen nu kerkelijk of niet-kerkelijk waren dat maakte niet uit. Als het geld maar nuttig zou worden besteed. De meeste van deze doelen kregen ruimhartige giften van tientallen duizenden euro’s per jaar. De toenmalig vicaris-generaal van het bisdom Haarlem-Amsterdam Martin de Groot zette in 2010 zijn handtekening waarmee hij het geestelijk testament ‘namens J.M Punt bisschop van Haarlem-Amsterdam’ goedkeurde zo staat te lezen in het document dat in handen is van Spit en Trouw.

“Wat wij vroeger met onze handen konden doen doen wij nu met onze centen” was een gevleugelde uitspraak van de zusters. Ook de Juliaantjes hadden tientallen miljoenen euro’s in kas maar de zusters zelf bleven een sober leven leiden. Bij een van de vergaderingen zo vertelt Kerssies meldde een van de zusters dat haar boiler kapot was. Het kostte 150 euro om te hem repareren. “Kan dat wel is dat niet de duur?” vroeg ze.

Toen in 2019 de algemeen overste van de Juliaantjes overleed veranderde alles. Het bisdom Haarlem-Amsterdam plaatste zonder overleg met het bestuur een ad interim administrator aan het hoofd van de congregatie. Hij nam de taken van de algemeen overste over en kreeg volledige zeggenschap.

“Dat was al vreemd” vindt Kerssies. “Volgens de regels heeft de congregatie in zo’n geval het recht om zelf iemand voor te dragen en de zusters hadden al een namenlijst doorgegeven.” Daar komt bij dat deze administrator Bart Putter deel uitmaakte van het bestuur van het bisdom. Ook dat is niet helemaal conform de regels omdat het belangenverstrengeling in de hand kan werken.

Richtlijnen Vaticaan

De regels waar Kerssies op doelt zijn opgenomen in richtlijnen die het Vaticaan in 2015 opstelde na overleg met de bisdommen en de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). Dat is de belangenvereniging van orden en congregaties. Deze richtlijnen kwamen destijds niet zomaar uit de lucht vallen. Het werd steeds duidelijker dat congregaties binnen afzienbare tijd moesten gaan sluiten en de bisdommen wilden meer grip krijgen op het vermogen van de congregaties. Dat erkent ook Ad Leys die namens de KNR bij de gesprekken over de richtlijnen was betrokken. “Wij wilden die grote bemoeienis van de bisschoppen zoveel mogelijk tegengaan” zo blikt hij terug.

In die richtlijnen werden óók de belangen van de congregaties beschermd. Zo staat er dat congregaties ook nadat alle zusters zijn overleden hun geld mogen besteden in lijn met waar ze voor staan en zoals ze dat hebben vastgelegd in een geestelijk testament. Zo kunnen mensen met hiv of doelen zoals de voedselbank ook als er geen zusters meer zijn toch op hulp blijven rekenen.

Maar er staat nog een belangrijk punt in die richtlijnen een punt waar de bisschoppen zich op beroepen: dat schenkingen aan niet-kerkelijk doelen ‘qua aantal en omvang beperkt’ moeten blijven. De KNR was hierop tegen. “Er zijn geen katholieke voedselbanken en het zou volgens de KNR mogelijk moeten zijn om aan het seculiere vluchtelingenwerk te schenken” aldus Ad Leys.

Maar het protest bleef zonder succes. “We hebben echt ons best gedaan. Maar het kerkelijk recht zit nu eenmaal op een bepaalde manier in elkaar. Daar doe je niets aan.” In de praktijk kwam dit erop neer dat niet-kerkelijke doelen sindsdien naar hun geld kunnen fluiten als een congregatie onder het beheer van een bisdom komt.

Zo ook bij de Juliaantjes. Met de richtlijnen in de hand als wapen van de bisschop bleef er bij deze congregatie weinig over van de ruimhartigheid van de zusters. Naast dat het bisdom in 2019 een administrator aanstelde benoemde het bisdom ook drie ‘financieel deskundigen’ zo staat in de aanstellingsbrief ondertekend door de hoofdeconoom van het bisdom Haarlem-Amsterdam uit november 2021. Deze financieel deskundigen vormden vanaf dat moment samen met de administrator het ‘dagelijks bestuur’. Zij kregen volledige zeggenschap over de congregatie en het vermogen.

De keus van de financieel adviseurs is op z’n minst opmerkelijk te noemen. Twee van hen B. Löwenthal en O. Baneke prijken namelijk ook op de website van het Heiligdom Onze Lieve Vrouw ter Nood in Heiloo als penningmeester en secretaris. In het Heiligdom van Heiloo is onder meer de priesteropleiding gevestigd van het bisdom Haarlem-Amsterdam en het geldt als het ‘centrum van het bisdom’. Bisschop Hendriks zelf is voorzitter.

Voor de Juliaantjes was het Heiligdom van Heiloo geen onbekende: het was een van de voornaamste ontvangers van donaties van de congregatie. En er zou nu zomaar nog meer geld zijn richting op kunnen komen. Dat de penningmeester en secretaris van het Heiligdom nu ook zeggenschap hebben over het donatiebeleid van de Juliaantjes is volgens Kerssies dan ook ongewenst. “Dat riekt niet alleen naar belangenverstrengeling dat ís belangenverstrengeling. Zij ontvangen grote bedragen uit het vermogen van de Juliaantjes. Ze maken nu geld over van de ene rekening naar de andere en hebben over beide rekeningen de zeggenschap.”

Het geestelijk testament dat de zusters al in 2010 hadden opgesteld is bij het aantreden van dit nieuwe bestuur meteen van tafel. Volgens bisschop Hendriks is het niet rechtsgeldig omdat het in die tijd niet door de bisschop is goedgekeurd maar door de toenmalige vicaris-generaal. Dus voelt hij zich niet gebonden aan de laatste wens van de zusters dat een deel van hun vermogen zal worden geschonken aan doelen die zij zelf hadden bepaald. De beleidslijnen worden aangepast en vanaf nu mogen alleen nog kerkelijke doelen binnen het bisdom Haarlem-Amsterdam worden ondersteund.

Zo ontving op 17 februari 2021 stichting Wigwam die kinderen met een beperking een onbezorgde vakantie bezorgt een brief van de ad interim-administrator Bart Putter. Hierin staat dat de stichting ‘na de aanpassingen van het donatiebeleid’ buiten de kaders valt en dat ze daarom ‘geen nieuwe aanvragen meer mag indienen’. De jaarlijkse bijdrage van 15.000 euro wordt stopgezet en de kinderen hoeven niet langer te rekenen op steun.

Niet lang nadat het bestuur werd afgezet kreeg ook Kerssies te horen dat hij als directeur was ontslagen. Voor de zusters was het een schok. “Ze moesten huilen dat ik weg moest.” Nu waren ze hun laatste vertrouwenspersoon kwijt.

In de twee maanden daarna zijn drie van de vier zusters overleden. Wat er nu met vermogen gaat gebeuren is onduidelijk. “Niemand heeft er meer zicht op” zegt Kerssies. Maar hij heeft wel een bang vermoeden. “De parochies en de bisdommen hebben een schrijnend geldgebrek. En als je daar de vrijwel onweersproken machtspositie van een bisschop bij optelt dan hoef je geen econoom te zijn om te denken hier bind je de kat op het spek.”

We spreken de 87-jarige kerkjurist Ruud Huysmans in zijn appartement in het centrum van Amsterdam. Op de houten tafel ligt een stapel boeken over kerkelijk recht binnen handbereik. Mag het zomaar wat bisschop Hendriks doet? “Het bisdom Haarlem-Amsterdam lijkt geldgeil” stelt Huysmans onomwonden. Maar hij moet ook toegeven dat in het kerkelijk wetboek staat dat kerkelijk geld in vrijwel alle gevallen niet zomaar mag worden gebruikt voor ‘niet-kerkelijke’ doelen zoals een schenking aan de voedselbank.

Huysmans pakt het kerkelijk wetboek erbij en leest de betreffende passage voor. “Bisschop Hendriks is kerkjurist” vervolgt hij. “Hij weet precies hoe het kerkelijk recht werkt en dat hij zich hierop kan beroepen.”

Toch mag het bisdom volgens Huysmans het testament van de zusters niet zomaar opzijschuiven. Een congregatie is ook binnen het kerkelijk recht een autonome organisatie en een testament is bindend. Maar het is de vraag wie daar toezicht op houdt. De bisschop moet controleren of alles volgens de regels verloopt. Terwijl het bisdom zelf belanghebbende is. Wie houdt er dan toezicht op de bisschop? “Uiteindelijk Rome” denkt Huysmans. “Het Dicasterie voor de religieuzen om precies te zijn. Dat departement ziet toe op alle ordes en congregaties op de hele wereld.”

Maar de kans dat je daar voet aan de grond krijgt is klein. “Bestuur heeft de neiging om bestuur te dekken. En Rome heeft natuurlijk ook wel wat anders te doen dan zich hiermee bezig te houden” meent Huysmans. Daar komt bij dat als je beroep wilt indienen je dat eerst moet voorleggen bij de bisschop. “Dat is natuurlijk wel lastig als je klacht gericht is tegen diezelfde bisschop.”

Een deel van het probleem is volgens voormalig directeur van de Juliaantjes Ab Kerssies de kwetsbaarheid van de zusters. Ze zijn bang om erover te praten. “Het gaat ook hier om machtsmisbruik net als bij het misbruikschandaal” zegt hij. “Seksueel misbruik van kinderen is natuurlijk de ergste vorm van misbruik. Maar het kan allebei ontstaan omdat in de katholieke kerk een ongezonde machtsstructuur heerst die amper weersproken kan worden. Dat zorgt voor een angstcultuur waarin mensen bang zijn om te praten.”

Die terughoudendheid was ook duidelijk tijdens dit onderzoek. Alleen off the record beamen diverse bronnen dat meerdere congregaties soortgelijke problemen ervaren met bisdommen.

Bron:
Adobe Stock

De kathedrale basiliek Sint-Bavo is de kathedraal van het bisdom Haarlem-Amsterdam


Patriarchale wereld

Terug bij de Franciscanessen van Etten. Op de benedenverdieping van het moederhuis met de lange rij boekenkasten vertelt algemeen overste zuster Ancilla Martens hoe ze zich hadden voorbereid op het moment dat ze als congregatie niet meer zelfstandig kunnen bestaan bij gebrek aan zusters. Ze hadden het al helemaal geregeld. In 2009 benoemde de congregatie een bestuur aan wie zij de toekomst van de congregatie toevertrouwden. “We hebben daarbij heel bewust gekozen voor vrouwen” vertelt ze.

In de patriarchale wereld die de katholieke kerk is hebben de vrouwen van de Franciscanessen van Etten nooit een man aan het roer gehad. “We hebben gekozen voor vrouwen die een band hebben met de congregatie. Zo heeft een van hen bij ons op school gezeten een ander was al betrokken bij de parochie” aldus zuster Ancilla.

In 2009 werd het bestuur nog goedgekeurd door Hans van den Hende toen bisschop van Breda. Maar het mocht toch niet zo zijn. ‘Leken’ in het bestuur hebben mocht niet langer nadat de richtlijnen in 2015 werden opgesteld en het bestuur moest aftreden toen zijn termijn in 2017 was afgerond. De bestuursleden werden adviseurs zonder enige bevoegdheid. In de toekomst zal zuster Ancilla worden vervangen door een administrator.

Omdat er weinig vrouwelijke kandidaten zijn die voldoen aan de richtlijnen – iemand moet jonger zijn dan 75 jaar en een priester diaken of religieus (v/m) – zal dat waarschijnlijk een man worden van buiten de congregatie.

Het is nog maar de vraag of de voedselbank en Vluchtelingenwerk daarna nog op een bijdrage kunnen rekenen. “Nu kunnen we nog geven aan de doelen die we zelf belangrijk vinden. Niemand weet hoe dat in de toekomst zal gaan.”

De strijd om het vermogen van de congregaties past in een bredere trend. Zo verloor op 25 maart 2022 Stichting Het Maagdenhuis een filantropische instelling die jaarlijks een miljoen euro uitgeeft aan goede doelen het hoger beroep in een zaak tegen de katholieke kerk.

Ook hier was de zeggenschap over het vermogen inzet van de controverse. De van oorsprong katholieke stichting – het Maagdenhuis was een voormalig katholiek meisjesweeshuis – steunde een veelvoud aan goede doelen zowel in Nederland als in het buitenland waaronder Suriname en Marokko. Religie speelde geen rol als het maar een sociaal-maatschappelijk nut had.

In artikel 1 van de statuten van Het Maagdenhuis staat echter dat het ‘een zelfstandig onderdeel is van de Katholieke Kerk’. Volgens oud-bestuursleden Tom van Meeuwen en Ian van Lidth de Jeude is dit artikel waar het bisdom zich op beroept. Bij een katholieke organisatie die deel is van de katholieke kerk moest de aanstelling van nieuwe bestuursleden steeds worden bekrachtigd door de bisschop maar gedurende de afgelopen decennia is deze regel in onbruik geraakt.

Na een jarenlange juridische strijd kreeg de kerk gelijk en werd het gehele vermogen aan haar toegeschreven. Het zittende bestuur van de goededoelenstichting met een vermogen van ruim 50 miljoen werd afgezet en het bisdom Haarlem-Amsterdam stelde een nieuw bestuur aan. Een opvallend detail is dat in dit nieuwe bestuur twee dezelfde personen zijn aangesteld als in het nieuwe bestuur van de Juliaantjes namelijk B. Löwenthal en O. Baneke.

De oud-bestuursleden Van Meeuwen en Van Lidth de Jeude zijn ontsteld dat de rechter in de eis van het bisdom is meegegaan. “Het klopt gewoon niet” zegt Van Lidt de Jeude “Het vermogen van Het Maagdenhuis is opgebouwd uit particulier geld. De kerk heeft hier geen cent aan bijgedragen maar eigent het zich nu wel toe. Alle projecten die wij hebben ondersteund veelal voor kwetsbare groepen zullen waarschijnlijk in de toekomst geen steun meer ontvangen.”

Het zorgt volgens Van Meeuwen ook voor onrust onder andere goededoelenstichtingen. Veel stichtingen die in praktijk niets meer met de katholieke kerk te maken hebben maar waarbij van oudsher in de statuten staat dat ze onderdeel zijn van de katholieke kerk vrezen nu voor hun zelfstandigheid. ‘Dit kan elke vergelijkbare katholieke stichting overkomen.’

Dit onderzoek verscheen ook bij Trouw.

Nieuwsgierig? duik in
onze dossiers

Steun ons!

Om meer onderzoeksjournalistiek mogelijk te maken,
kun je ons steunen door een bedrag te doneren.

Steun ons met een bijdrage